Trainersvergoedingen

De KNSB krijgt regelmatig vragen over ‘wat een gemiddelde trainersvergoeding is binnen een vereniging’. Binnen de schaatssport zijn er verschillende vormen waarop verenigingen de vergoedingen voor hun trainers regelen.

Er zijn voorbeelden waar trainers in loondienst zijn bij de vereniging, trainers die als zelfstandigen werken met VAR-WUO verklaringen maar er zijn ook genoeg verenigingen die volledig op vrijwilligers draaien en enkel met een onkostenvergoeding en/of vrijwilligersvergoeding werken. Kader is een zeer belangrijke factor binnen een vereniging. Dus een duidelijk systeem voor vergoedingen binnen je vereniging opstellen en communiceren behoed je voor discussies over geld.

Een uniforme vergoeding voor een schaatstrainer bestaat niet en er zijn dan ook verschillende systemen van vergoedingen te noemen. Het verschil in vergoedingen kan in verschillende punten zitten, een opleiding, ervaring, trainingsjaren en of doelgroepen kan het verschil maken.

Een voorbeeld wat als leidraad gebruikt kan worden is de quickscan van Sportkader Nederland, zie onderstaande download.

Naast onkosten- of vrijwilligersvergoedingen nemen verenigingen ook vaak de kosten voor opleidingen, bijscholingen, contributie of trainingspakken op. Hierbij moet rekening gehouden worden dat de waarde van deze producten opgeteld moet worden bij de vrijwilligersvergoeding en niet boven de 1700,- euro per jaar uit mag komen. Anders ben je als vereniging verplicht om af te gaan dragen aan de fiscus.

Als sportvereniging of organisator van een sportevenement kunt je met belastingen te maken krijgen. Lees daarom de informatie op de website van de Belastingdienst  als je bestuurslid van een sportvereniging bent of als je deel uitmaakt van een organisatie die sportevenementen organiseert.