(Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 9 januari 2020. Op 23 februari 2022 is het geüpdatet.)
DKIJV deed in 2019 mee aan Delft Try Out, een programma waarmee kinderen op een eenvoudige manier kunnen ontdekken welke sport ze leuk vinden. Delft Try Out is gestart door twee buurtsportcoaches (met steun van de gemeente Delft) in samenwerking met (sport)verenigingen. Na de zomervakantie werd een boekje uitgedeeld bij basisscholen waarin per sportvereniging een aantal lessen worden aangeboden, zodat kinderen hun passie op sportief gebied kunnen ontdekken. Ieder kind in Delft kreeg het boekje uitgereikt op school en de buurtsportcoaches van Delft voor Elkaar zijn de klassen langs gegaan om te vertellen over het programma.
DKIJV deed, samen met twintig andere verenigingen, mee aan Delft Try Out. “Kinderen konden drie keer gratis bij ons schaatsen en daarna bepalen of ze lid wilden worden”, legt Leon van Bohemen, jeugdschaats coördinator bij DKIJV, uit.
De vereniging had in totaal 21 aanmeldingen via Delft Try Out. Zij werden uitgenodigd voor de reguliere trainingen op zaterdagavond bij de Uithof. Tijdens deze avonden wordt door een grote groep van meer dan 200 kinderen schaatslessen gevolgd. “We vinden het belangrijk dat potentiële nieuwe leden echt ervaren hoe het is bij DKIJV te leren schaatsen. Ze krijgen zo de sfeer mee en leggen alvast contact met onze huidige jeugdleden. Het leuke is dat je meteen ziet hoe goed je kunt worden als je bij ons traint. Dat motiveert enorm en geeft de proeflessen een extra dimensie.”
De lessen worden verzorgd door trainers van DKIJV. En plezier staat hierbij voorop. “Ons motto is: elke les een feestje”, zegt Van Bohemen. “De trainingen moeten in de eerste plaats leuk zijn. Plezier is de basis. De laatste proefles viel tegelijkertijd met Sinterklaas, dus stonden de Sint en zijn Pieten op het ijs. Daarnaast kreeg iedereen een chocoladeletter. Ik heb zelf de letters gegeven aan de ouders van de kinderen die proeflessen hadden gevolgd. In een mail hadden we hen er al op geattendeerd hoe ze lid konden worden van de vereniging. Persoonlijk heb ik het de ouders nog een keer gevraagd en de respons was overweldigend.”
Van de 21 kinderen die zich hadden aangemeld, werden er maar liefst 16 lid van DKIJV. “Een persoonlijke benadering werkt heel goed. Tevens is het essentieel om mensen die een proefles volgen in een warm bad terecht te laten komen. Als je eenmaal in dat warme bad zit, wil je daar graag blijven. Het komen opdagen voor een les en naar de ijsbaan toegaan is vaak al het grootste werk. Als dat eenmaal is gebeurd, is het vooral zaak hen een goed gevoel en voldoende aandacht te geven. Wanneer de sfeer goed is, volgen de leden vanzelf.”
De jeugd heeft de toekomst. Dat geldt zeker ook voor sportverenigingen. Maar hoe zorg je voor een florerende jeugdafdeling en hoe kun je jeugdleden meer betrekken bij de vereniging? IJsclub Haarlem heeft al bijna 25 jaar een jeugdcommissie, die zelfstandig opereert en met allerlei activiteiten zorgt voor extra clubbinding onder jongeren.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 23 februari 2017. Het is op 17 mei 2022 geactualiseerd.
“Met name de pupillen zijn altijd enthousiast als ze aan activiteiten deelnemen. Het belangrijkste doel van de jeugdcommissie is ook dat de kinderen plezier hebben. Ik heb daarnaast ook wel het idee dat wij een rol spelen in de binding met de club en het betrekken van leden bij de ijsclub”, zegt Maya Ouwehand, voorzitter van de jeugdcommissie van IJsclub Haarlem.
Het loont voor een sportvereniging jongeren een rol te geven binnen de club. Jongeren die bijvoorbeeld lid zijn van een jeugdcommissie weten andere jongeren te binden en jongeren die taken en bevoegdheden krijgen op de sportvereniging, voelen zich vaak verantwoordelijk en betrokken.
Ouwehand herkent zich daar wel in. “Je wordt door de kinderen binnen de club als rolmodel gezien. Ik ben vroeger mee geweest naar de zomerkampen en nam deel aan andere activiteiten die de jeugdcommissie destijds organiseerde. Het was enorm leuk en ik heb er veel vrienden aan overgehouden. Het is mooi dat ik nu zelf iets voor de jeugdleden kan doen.”
Lol
De jeugdcommissie bij IJsclub Haarlem bestaat al bijna 25 jaar en heeft een duidelijke positie binnen de vereniging. “We krijgen een bepaald budget van het bestuur. Een keer in het jaar is er een vergadering met de bestuursleden, maar verder worden we redelijk vrijgelaten in wat we doen. We willen als jeugdcommissie graag creatieve dingen organiseren. Om de spirit erin te houden, komen we maandelijks bij elkaar. Dan bespreken we welke evenementen eraan komen en evalueren we de activiteiten die zijn geweest. Maar bovenal hebben we ook veel lol samen”, aldus Ouwehand.
Met haar 20 jaar is de Haarlemse al een van de ouderen in de jeugdcommissie. Het jongste lid is 16. Samen bedenken ze elk jaar weer diverse activiteiten. “Bij elk evenement hebben we twee hoofdorganisatoren. Zo kan een persoon al meekijken hoe alles gaat. Dan wordt het makkelijker om het jaar erop die activiteit weer te organiseren”, legt Ouwehand uit.
Voldoening
“We zijn het afgelopen jaar naar een plek geweest waar je kunt trampolinespringen, we organiseren jaarlijks een duatlon (hardlopen en schaatsen) en ook het zomerkamp is een terugkerend evenement waar we elk jaar proberen een nieuwe draai aan te geven.”
“Het belangrijkste bij eigenlijk alle activiteiten is dat de kinderen plezier hebben. De jongste jeugd is iets makkelijker te motiveren dan degenen die iets ouder zijn. Ik vind het enorm leuk om te doen en haal er veel voldoening uit.”
Door clinics te organiseren wist SC Gouda de afgelopen jaren veel kinderen naar de vereniging te trekken en zelfs nieuwe leden te werven. Door het succes hiervan en de stijgende populariteit van het inlineskaten is de vereniging een samenwerking aangegaan met SPORT.GOUDA. Deze samenwerking heeft erin geresulteerd dat vorig voorjaar zo’n 900 kinderen een clinic bij SC Gouda hebben gevolgd. En ook dit jaar organiseert SC Gouda weer tientallen sessies voor de jongste jeugd.
Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd op 10 mei 2021 en geactualiseerd op 4 mei 2022.
Vanwege de coronapandemie heeft Nederland het skeeleren (her)ontdekte de afgelopen jaren. Saline Verkerk van SC Gouda merkte ook dat de interesse voor de sport toeneemt. “In 2020 hebben we in samenwerking met de Brede School zelf clinics georganiseerd. Daar zijn toen best veel aanmeldingen voor proeflessen en ook een aantal nieuwe leden uit voortgekomen. We merken dat de interesse voor de sport dit jaar verder is toegenomen. Toen het eind februari plotseling zulk mooi lenteweer was, kregen we al veel aanvragen van mensen die een proefles bij ons wilden volgen.”
Waar SC Gouda een jaar geleden samenwerkte met de Brede School om de clinics te promoten, trekt het nu samen op met Sport.Gouda, het sportbedrijf in de stad. Deze samenwerking stelt de vereniging in staat de clinics op grotere schaal aan te bieden. Verkerk: “Sport.Gouda gaf basisscholen uit de regio dit voorjaar de mogelijkheid om te kiezen uit drie sporten die ze in hun gymles een keer wilden uitproberen, waarvan inlineskaten er één was. Er zijn uiteindelijk 29 klassen die een skeelerclinic wilden volgen.”
Volgens Verkerk ligt de focus tijdens de clinics met name op de basisvaardigheden, zoals leren remmen en leren vallen. “Verder vinden we het heel belangrijk dat de kinderen lol hebben. Daarom spelen we veel spelletjes tijdens de les. De organisatie van de clinics vergt wel een flinke inspanning van de vereniging, want de trainers en vrijwilligers langs de baan zijn allemaal van onszelf. Op elk uur zijn er vier trainers en twee vrijwilligers aanwezig. Het is gelukt om bij alle clinics voldoende mensen te hebben. Daar zijn we heel blij mee. Op onze oproep om te helpen is volop gereageerd, wat wel aangeeft hoe bereidwillig iedereen is.”
Vanuit SKATETIJD wordt SC Gouda ondersteund met onder meer les- en inlineskatemateriaal. Tevens ontvangen alle kinderen een diploma. Verkerk: “Na afloop van de clinic geven we iedereen het Skatediploma en een flyer van de vereniging mee. In de flyer staan ons vervolgaanbod en contactgegevens. Iedereen kan twee gratis proeflessen volgen. Natuurlijk hopen we dat er veel kinderen lid worden van de vereniging. Sinds de start van de clinics hebben we 21 nieuwe leden mogen verwelkomen. Het belangrijkste voor ons is echter kinderen enthousiast te maken voor de sport.”
Verkerk geeft aan dat SC Gouda later in het seizoen ook nog een aantal clinics voor jongeren en volwassenen gaat organiseren. “Onder volwassenen is inlineskate ook erg in trek. Zij kunnen aansluiten bij een training voor beginners en kijken of het iets voor hen is. Het is mooi dat er zoveel interesse voor inlineskaten er is en dat mensen onze vereniging weten te vinden.”
Het is voor vrijwel elke schaatsvereniging een uitdaging: hoe zorg je voor voldoende vrijwilligers. Bij STV Lekstreek leggen ze niet alleen de nadruk op het werven van vrijwilligers, maar steken ze ook veel tijd en energie in het bedanken van de leden die actief zijn binnen de club. Werkzaam zijn als vrijwilliger gaat over van generatie op generatie en dat probeert de vereniging uit alle macht in stand te houden. Er zijn zelfs plannen om een soort van vacaturebank te introduceren op de site.
Volgens voorzitter Berit van Dobbenburgh is de kracht van STV Lekstreek dat iedereen plezier heeft in wat zij doen en zorgt dat voor een sterke binding tussen de leden. “We hebben vrijwilligers van alle leeftijden. Alle lagen in de vereniging zijn ook onder de vrijwilligers vertegenwoordigd. Dat is leuk en ook belangrijk.”
Volgens de voorzitster zit het in het DNA van STV Lekstreek dat veel leden als vrijwilliger actief zijn binnen de club. “Alles gaat eigenlijk over van generatie op generatie. Spelenderwijs begint het bij ons. Als de kinderen een jaar of 14 zijn, helpen ze al bij de jongste jeugd. Dat doen we bewust om ze enthousiast te maken. Wij hebben geen betaalde trainers en daar zijn we erg trots op. We benaderen veel mensen ook persoonlijk. Er heerst bij ons een open cultuur. Mensen moeten het zelf ervaren. We kijken ook waar iemand goed in is en we zetten mensen graag in hun kracht.”
De methode werpt zijn vruchten af, gezien het grote aantal vrijwilligers. Plezier is de belangrijkste kernwaarde van STV Lekstreek is en dat is essentieel voor het werven én binden van vrijwilligers. “We steken er veel energie in om plezier met elkaar te hebben. Plezier hebben is het belangrijkste binnen onze vereniging. Als je het leuk vindt om bij ons te sporten, kom je ook sneller naar een feestje dat we organiseren en dan ben je ook eerder bereid om iets te doen voor de vereniging. Het gaat niet alleen om werven, maar ook om binden en betrokken blijven. Zo trainen er op zaterdagochtend altijd 250 mensen samen. Dat varieert van 11-jarigen tot ouderen. Door die training kennen veel leden elkaar. Dat is in de loop der jaren zo gegroeid en nu vechten we ervoor om het zo te houden.”
Er zijn bij STV Lekstreek eveneens enkele regels ingesteld die ervoor zorgen dat ook niet-leden zich betrokken voelen bij de vereniging. Een van de maatregelen is dat alle ouders van de kinderen die jonger zijn dan 18 jaar en een wedstrijdlicentie hebben, één keer per jaar een vrijwilligersfunctie moeten bekleden. “Ouders die bijvoorbeeld een keer in de jury plaatsnemen, realiseren zich dan hoeveel er bij het organiseren van een wedstrijd komt kijken. Het werkt zelfversterkend”, legt Van Dobbenburgh uit.
De voorzitter benadrukt dat het bedanken van je vrijwilligers net zo belangrijk is als het werven van vrijwilligers. “Alle vrijwilligers krijgen een kerstpakket, een cadeautje tijdens Sinterklaas en we organiseren ook altijd een speciale avond om de vrijwilligers te bedanken. We laten ook altijd aan de andere leden zien dat we de vrijwilligers bedanken.”
Hoewel het vrijwilligersbeleid bij STV Lekstreek nog daadwerkelijk vastgelegd moet worden in het beleidsplan, zit er duidelijk een gedachte achter de manier waarop er met vrijwilligers wordt omgegaan binnen de club. Ook voor de toekomst zijn er ambitieuze plannen bij de schaatsvereniging. Van Dobbenburgh: “We willen op termijn een soort vacaturebank maken op onze site. Daar kunnen we vacatures voor vrijwilligers uitzetten, waar mensen op kunnen reageren. We doen heel veel dingen op vrijwilligersgebied en we zijn er gelukkig vrij succes vol in.”
Ruim 100 leerlingen van basisschool De Ark in Espel maakten in februari dankzij de plaatselijke ijsclub kennis met inlineskaten. Naar aanleiding van de Olympische Winterspelen organiseerde IJsclub Espel verspreid over twee dagen diverse clinics voor de kinderen.
Tijdens de KNSB inspiratiesessies in september ontstond het idee voor de clinics, vertelt bestuurslid van IJsclub Espel Suzanne Blok. “In één van de sessies werd de skatekar van de KNSB met materiaal voor inlineskaten benoemd als hulpmiddel bij het organiseren van clinics. Dat bracht mij op het idee om iets te doen voor kinderen om hen kennis te laten maken met skaten. Die sport is natuurlijk nauw verbonden met schaatsen. En eigenlijk is skaten ook onderdeel van de Nederlandse cultuur. De rest van het bestuur was enthousiast over het voorstel en toen zijn we aan de slag gegaan.”
De directrice van de plaatselijke basisschool De Ark bleek een groot schaats- en skateliefhebster. Ze wilde graag meewerken. Uiteindelijk zijn er in februari verdeeld over twee dagen meerdere clinics gegeven aan de leerlingen van de school. Het vinden van een geschikte locatie bleek nog wel een uitdaging, legt Blok uit. “Wij hebben geen eigen skatebaan. Maar ik wist dat er een boerderij met een schuur waarin een strakke betonvloer ligt, vlak bij de school was. De eigenaar was gelukkig bereid mee te werken. De schuur hebben we afgezet met kuubskisten, zodat er een soort baan werd gecreëerd.”
De directrice van De Ark en een vakleerkracht gym van de school leidden de clinics. Een aantal bestuursleden van IJsclub Espel was aanwezig om te assisteren bij onder meer het aan- en uittrekken van de skates en overige materialen. De clinics duurden een uur, waarin de kinderen de beginselen van skaten eigen werd gemaakt. De reacties van zowel de kinderen als de betrokkenen vanuit De Ark waren positief, zegt Blok. “De kinderen boekten in korte tijd al veel progressie. Dat was mooi om te zien. Het is zeker voor herhaling vatbaar. Hoewel er geen natuurijs was dit jaar en Thialf vanwege de pandemie lange tijd dicht was, hebben we toch nog iets aan kunnen bieden aan de jeugd in Espel.”
De clinics waren ten tijde van de Winterspelen in Peking georganiseerd. IJsclub Espel had er in samenwerking met basisschool De Ark daarom een speciale week van gemaakt, waarin sommige races op tv werden bekeken en er via de lesboekjes van de KNSB volop aandacht werd gegeven aan de sport. Blok: “Dat was een goede combinatie. Het wakkerde het enthousiasme bij de kinderen voor schaatsen en skaten nog iets verder aan. Omdat we samen met De Ark optrokken en er vanuit de vereniging meerdere bestuursleden bij betrokken waren, liep alles gesmeerd. Door goed gebruik te maken van ons netwerk en creatief te werk te gaan, is het een heel geslaagd project geworden.”
Om zelfredzamer en toekomstbestendig te worden startte IJsclub Tilburg begin 2020 met Rabo ClubSupport. Het beleid werd onder de loep genomen en er werd gekeken naar hoe de vereniging verder kan professionaliseren. Eén van de speerpunten die uit het traject naar voren kwam is om via het schoolschaatsen nieuwe – met name jonge – leden te werven.
IJsclub Tilburg werkt sinds kort met een omvangrijk toekomstplan voor de club, dat is samengesteld door trajectbegeleider Steef van den Boom en tot stand kwam na drie fysieke sessies met de leden. “Enerzijds stellen we geld beschikbaar via Rabo ClubSupport, maar we stellen ook kennis en kunde beschikbaar op een specifieke hulpvraag. Door één-op-één begeleiding, maar ook door workshops en masterclasses te organiseren voor thema’s die bij veel clubs leven. Zo zorgen we dat de clubambities ook echt haalbaar worden”, zegt Joris Wagenmakers van de Rabobank.
Omdat de club een tekort aan vrijwilligers heeft om het gehele plan uit te kunnen voeren, koos de club ervoor om met een werkgroep van vier vrijwilligers het plan verder te concretiseren. Het kernprobleem dat als eerste werd geformuleerd was: hoe krijgt de club meer jeugdleden vanuit het schoolschaatsen? “Onze club organiseert al meer dan twaalf jaar schoolschaatsen, waarbij 1700 leerlingen van basisscholen uit de regio onder schooltijd drie keer kunnen kennismaken met schaatsen. De entree, schaatsenhuur en baanhuur kosten ongeveer tien euro per kind”, legt voorzitter Gerrit Jan Hop uit.
De ambitie van de schaatsvereniging is dat vanuit de 1700 leerlingen die aan het schoolschaatsen deelnemen, tien procent wil blijven schaatsen en uiteindelijk lid wordt van de club. Tot nu toe heeft de club niet in beeld wat het rendement daarvan is, ook dat wil de club beter in kaart brengen. “Het allermooiste is natuurlijk als je nieuw talent kunt aanboren”, zegt Hop over de nieuwe ambitie.
Om meer jeugdleden te werven, wil de club de schoolschaatsleerlingen na afloop een voucher meegeven om samen met een ouder in het weekend te komen schaatsen op de Ireen Wüstbaan. In overleg met de gemeente wordt overlegd of er in het weekend een extra uur beschikbaar gesteld kan worden voor het ouder-kind schaatsen. “En dan moeten ze het natuurlijk zo leuk vinden, dat ze willen blijven schaatsen en lid worden. Of het nu kunstrijden, ijshockey of shorttrack is. Als je maar schaatsen aan hebt! Want wat is er nu leuker dan om samen met je kind te gaan schaatsen als er natuurijs ligt”, zegt Hop lachend.
Vanwege corona liep het begeleidingstraject vertraging op. “We hebben vorig jaar drie keer op ijs gestaan en ook was er geen schoolschaatsen voor de kinderen. De baan is overdekt en was dus gesloten, terwijl er op half open banen wel geschaatst kon worden. Je verliest leden als de sociale binding er niet is. Het vermoeden is dat er meer leden dan gemiddeld gestopt zijn, dus het nieuwe schoolschaatsplan is echt hard nodig”, zegt Hop hierover. “Mijn verwachting is dat ze flink wat nieuwe leden zullen verwelkomen in de komende winterperiode”, vult Van den Boom aan.
De andere actiepunten uit het brede plan wil de ijsclub op een later moment uitvoeren. “Het heeft enorm veel zin gehad”, zegt schaatslid en vrijwilliger Paul de Ruijter. “We hebben nu een blauwdruk van onze club. Het schoolschaatsen is daar één element van, maar voor de komende jaren zitten daar zoveel actiepunten in, die we ook gaan oppakken.”
Om de populariteit van inlineskaten te bevorderen en meer mensen in aanraking te brengen met de sport vindt van 30 augustus tot en met 5 september de eerste editie van de SKATE4daagse plaats. Verenigingen door heel het land doen mee met aan het concept. Zo ook STV De IJshazen, dat het moment aangrijpen om nieuwe leden te werven.
De IJshazen wil de SKATE4daagse gebruiken als middel om nieuwe jeugdleden te werven, legt organisator Nina Oostwoud uit. “We hebben een klein aantal jeugdleden, die dit seizoen ook nog eens verdeeld zijn over pupillen en junioren. Daarom wordt de trainingsgroep erg klein. Een van onze speerpunten de komende jaren is nieuwe jeugdleden aan de club binden. De SKATE4daagse is voor ons een mooie manier om kinderen en jongeren te enthousiasmeren voor de sport.”
Het evenement vindt plaats op de eigen baan in Hoogeveen, waar in een veilige omgeving de 5, 10, 15 of 20 kilometer geskeelerd kan worden. Oostwoud geeft aan dat De IJshazen nog kijkt of er andere activiteiten georganiseerd kunnen worden. “We organiseren op zaterdag 4 september in ieder geval wel onze open dag. De gemeente Hoogeveen organiseert jaarlijks een sportmarkt, waar clubs uit de regio zich kunnen presenteren. De markt gaan vanwege corona niet door, maar verenigingen mogen wel zelf iets ondernemen. Daarom vindt onze open dag op zaterdag plaats en kan iedereen tussen 12.00 en 14.00 uur een rondje skeeleren op onze baan en kennismaken met de club.”
Via plaatselijke media, de gemeente Hoogeveen en social media is de SKATE4daagse gepromoot. Mogelijk dat vlak voor het evenement ook nog via de basisscholen gecommuniceerd kan worden. Tot op heden zijn er twaalf aanmeldingen binnengekomen, ongeveer de helft van het totaalaantal jeugdleden van De IJshazen. “Ik verwacht dat er na de vakantie nog meer aanmeldingen binnendruppelen. Wij zijn al blij als veel van onze leden komen schaatsen de 4daagse. Mocht het evenement ook nog nieuwe leden opleveren, dan is dat fantastisch.”
Naast IJshazen doen ook veel andere clubs mee aan de SKATE4daagse. Wij lichten een aantal verenigingen uit.
In Friesland organiseert Skeelervereniging Surhuisterveen de eerste Feanster SKATE4daagse. Iedereen is welkom om op de skeelerbaan aan het Blauknopke mee te doen aan het evenement.
De Hengelose IJsclub biedt verschillende routes aan die geskeelerd kunnen worden. Daarnaast is er de mogelijkheid na afloop een drankje in de kantine te drinken.
De Peddelaars Aalten
In Aalten bij De Peddelaars kunnen skeelerliefhebbers hun hart ophalen. Naast de SKATE4daagse worden er namelijk ook techniektrainingen georganiseerd.
Inlineskaten is tijdens de coronacrisis een van de populairste sporten om te beoefenen geworden in Nederland. Nu er weer in clubverband gesport mag worden, is dit hét moment voor verenigingen om in te springen op de massale belangstelling voor de sport. Precies dat deed SV Oudewater. De vereniging wist met slimme PR, ondernemerschap en verschillende proeftrainingen veel nieuwe jeugdleden te werven.
“We hebben een rare periode achter de rug. De start van het seizoen en de open dag, met onder meer clinics van Gary Hekman en Luc ter Haar, vielen volledig in het water. Er waren ook nog eens duizend flyers gedrukt als promotiemateriaal, maar die konden – in ieder geval tijdelijk – de prullenbak in”, blikt Nicolette van Straalen terug.
Ze is coördinator van de jeugd bij skeelervereniging SVO in Oudewater. Na een moeilijke periode ziet Van Straalen nu vooral de kansen die er voor inlineskateverenigingen zijn. “Ik heb de afgelopen maanden zo enorm veel mensen zien inlineskaten op straat. Ik had regelmatig de neiging flyers aan hen uit te delen.”
Toen in april duidelijk werd dat sportverenigingen hun deuren weer mochten openen voor de jeugd, en later ook voor volwassenen, werd bij SVO meteen de schouders eronder gezet. “Ons streven was zo snel mogelijk de trainingen te hervatten. Het voordeel was dat de restricties voor sporten in clubverband vlak voor de meivakantie werden opgeheven. Mede daarom was er extra veel animo voor de proeflessen die we begin mei hebben georganiseerd. Via Facebook en een artikel in de plaatselijke krant hebben we de proeflessen onder de aandacht gebracht. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen”, aldus Van Straalen.
‘Skatekar erg behulpzaam’
SVO heeft in totaal dit voorjaar twintig nieuwe jeugdleden geworven. Dat aantal is iets hoger dan vorig jaar, geeft Van Straalen aan. “We zijn enorm blij met de inschrijvingen. Het is een combinatie van factoren die hieraan heeft bijgedragen. De populariteit van inlineskaten natuurlijk. Het programma Skatetijd dat we vorig jaar hebben gedraaid heeft zeker ook effect gehad. Verder was de skatekar van de KNSB erg behulpzaam, omdat we zo materialen aan alle kinderen die voor een proefles kwamen konden aanbieden. Daarnaast is de inzet van social media en de plaatselijke krant goed geweest voor de PR.”
Een andere belangrijke factor bij de ledenwerving was dat SVO direct na de proeflessen een mail stuurde naar de ouders van de kinderen met meer informatie over aanmelden, de tijdstippen van trainingen en de kosten. “Zo hielden we het contact warm. Je moet het ijzer smeden als het heet is”, zegt Van Straalen. “Het is ook een voordeel dat Oudewater een kleine stad is en mond-tot-mond reclame zich snel verspreid. Als er één iemand begint met skaten, volgen er vaak snel meer. Verder proberen we inlineskaten altijd op de radar van vakleerkrachten bij basisscholen te krijgen, zodat de sport wordt opgenomen in de gymlessen. En het is belangrijk je leden ook binnen te houden, door onder meer te zorgen voor goede communicatie en te laten zien dat inlineskaten een echte sport is. Zo zijn we als vereniging op allerlei manieren bezig om de sport onder de aandacht te brengen. Het is mooi om te zien dat dit werkt en dat de jeugd onze vereniging goed weet te vinden.”
“Het liep op rolletjes, die voorbereiding”, zegt Frans Spruijt van SC Gouda. “We kregen de mailing van de KNSB en binnen drie weken nadat we besloten hadden mee te doen, hadden we de clinics ook geregeld.” Het grote voordeel: contact met de basisschool was er al en toen SC Gouda voor een gesprek langsging en de gymzaal zag, werd meteen voorgesteld de clinic daar te doen.
Frans Spruijt is lid van de technische commissie bij SC Gouda en begeleider bij het jeugd skeeleren. Voor hem was de keuze voor de gymzaal van de school een heel logische. “We zitten met de club in de winter ook in een sporthal voor onze reguliere trainingen, dus we weten hoe goed dat werkt. En met ons voorstel om de gymzaal te gebruiken maakten we het ook mogelijk om de clinic tijdens de normale gymles van de kinderen te laten plaatsvinden. Daardoor was het vinden van een datum ook zo gepiept. De inspanningen die nodig waren om de skatekar op 27 mei ter plekke te krijgen waren denk ik nog het meeste regelwerk. En ook dat was goed te doen!”
Het Schateiland is een basisschool waar veel aandacht is voor lichamelijke opvoeding. Eén docent is vrijgemaakt om alle gymlessen te verzorgen. Spruijt: “Dat zorgde niet alleen voor korte lijnen en weinig overleg nodig. Je kon ook goed merken dat de kinderen qua niveau zich allemaal goed konden bewegen. Dat hebben we bij andere kennismakingstrajecten ook al anders meegemaakt.”
Spruijt kijkt tevreden terug op de eerste clinic. “We hadden 110 kinderen, verdeeld over de groepen 4 tot en met 8. En natuurlijk gaat het bij de ene groep wat makkelijker dan bij de andere, maar de kinderen waren heel enthousiast.” Wat volgens hem nog beter kan? We waren met drie man vanuit de club, en dat was duidelijk te weinig bij de in- en uitgifte van de materialen. Daar heb je echt wat extra handjes nodig! Daar was één persoon doorlopend mee bezig. Want het waren prachtige sets, maar het is écht een opgave om die dan compleet te houden.”
Er volgen nog twee clinics in de komende weken, ook weer op maandag. “Maar dan gaan we wel naar buiten, die doen we op het schoolplein. Doet iets meer zeer, als de kinderen dan vallen. Dus hockey en voetbal, zoals we dat in de gymzaal hebben gedaan, zullen we daar waarschijnlijk niet doen.”
Wat geeft Spruijt andere clubs als belangrijkste tip mee? “Zoek contact met een school en probeer aan te haken bij hun roosters. En als er een mogelijkheid is om binnen, in een gymzaal, de eerste clinic te verzorgen, dan zou ik zeggen: Doen!”
Soms hebben ook kinderen, die net iets ouder zijn, zin om aan een clinic deel te nemen. Spruijt vertelt hoe SC Gouda dat aanpakt: “We werken dan met brief om vrij te vragen voor de clinic voor jeugd die op middelbare school zit. Volgende clinic hebben we er ook drie middelbare scholieren bij.”
Vrijwilligers, clubs hebben het er vaak over. Want vrijwel alle clubs hebben meer werkzaamheden voor vrijwilligers als dat ze aanbod aan vrijwilligers hebben. Dat geldt zeker voor alle vaste klussen, maar ook bij het organiseren van evenementen is de vraag om ondersteuning bij het evenement groot. Dat kun je ook positief inzetten, wat het voorbeeld van IJssportvereniging Alblasserwaard (IJA) laat zien.
Ellen Remmelink is secretaris van IJA en geeft toe dat ook bij die club het vinden van vrijwilligers voor bestuurs- en commissiefuncties niet eenvoudig is. Maar bij het EK Shorttrack, dat afgelopen januari op hún ijsbaan in Dordrecht georganiseerd werd, waren er ruim 70 vrijwilligers van de partij! Remmelink vertelt: “Natuurlijk, als je bij zo’n mooi evenement mee mag helpen, dan is het uiteraard super. Het is de sport waar onze leden zo van houden, dus dan is het prachtig om dat van zó dichtbij mee te maken. Je merkt ook dat ze dat fantastisch vinden, om daaraan mee te mogen werken.”
De club heeft inmiddels al een behoorlijke ervaring opgedaan met het evenement. Remmelink: “We hebben drie mannen binnen de club, die er heel veel tijd in stoppen en de kar trekken. Zij hebben regelmatig overleg met de KNSB, ISU, gemeente, TIG Sport en alle bij het evenement betrokken partijen en hebben in de afgelopen jaren ook telkens weer kleine verbeteringen in de organisatie doorgevoerd.”
Wat de vrijwilligers bij het evenement betreft, daar gaat het in eerste instantie om een grote vaste groep mensen uit de eigen club, die elk jaar weer komt helpen. Voor het WK in 2017 en nu voor het EK werd daar ook nog een ‘vrijwilligersbank’ bij ingezet. Remmelink: “Die groep trouwe helpers is goud waard! Zij nemen elk jaar weer een beetje meer ervaring mee, en daar profiteren we allemaal van. Ze raken goed op elkaar ingespeeld en zien wat er eventueel nog verder moet gebeuren. Met een ‘ongedwongen’ evaluatie tijdens een gezamenlijke borrel direct na afloop van het evenement, vlak voor het opruimen komen niet alleen verhalen los, maar ook verbeterpunten en bijzonderheden. Daaruit nemen we dan alle suggesties mee van wat er misschien nog beter kan.”
Belonen doet de club de vrijwilligers verder niet. “We krijgen een parkeerkaart en een mooie trui. En verder is het gewoon super om te zien hoe iedereen probeert er samen iets moois van te maken. Heel anders dan in een bedrijf, waar iedereen met zijn eigen taak bezig is. Hier zie je echt hoe het evenement de mensen samensmeedt.”
Het is niet allemaal rooskleurig, geeft Remmelink toe. “Dit jaar hebben we helaas ook voor het eerst een ‘zwarte lijst’ ingevoerd, met daarop de namen van de vrijwilligers, die wel hun accreditatie hebben opgehaald, maar die we daarna niet meer gezien hebben op de post waarop ze waren ingedeeld. Dit waren overigens geen vrijwilligers vanuit de eigen vereniging. En hebben we ook nog nooit eerder meegemaakt! Maar bizar, toch?”
Sinds IJsclub Breukelen drie jaar geleden actief begon met ledenwerving, steeg het aantal jeugdleden langzaam. De toename is vooral toe te schrijven aan de startdag die al drie jaar aan het begin van het seizoen wordt georganiseerd. Door de aanmeldingen van veel nieuwe leden lukt het de club het verlies van oudere jeugdleden op te vangen.
Met een ledenbestand van een kleine 60 jeugdleden, is IJsclub Breukelen een relatief kleine vereniging. De club zag de laatste jaren veel oudere jeugdleden vertrekken, waardoor het aan de slag gegaan is met een plan om nieuwe jeugdleden te werven. De organisatie van een zogenaamde startdag is het belangrijkste onderdeel van het plan. “Op 1 september, voordat de jeugdwedstrijden weer beginnen, organiseren we altijd de startdag. Dit jaar vond de dag alweer voor de derde keer plaats. Het is voor ons een goede manier om leden te werven”, zegt Mariëlle Blaauw-van den Bosch.
Dit jaar meldden 40 kinderen, waarvan ongeveer de helft al lid was van de ijsclub, zich bij de skeelerbaan in Baambrugge. “We beginnen de dag altijd met een landtraining in de vorm van een spelletjescircuit. Na een korte pauze gaan we verder met de skeelerclinic van anderhalf uur, die wordt gegeven door een professionele skeelertrainer. De kinderen leren dan vallen, remmen en uiteindelijk ook rijden. De dag wordt afgesloten met een gezamenlijke maaltijd”, legt Blaauw-van den Bosch uit.
De ouders van de kinderen zijn ook altijd welkom op de startdag. Tijdens de activiteiten leggen vrijwilligers van IJsclub Breukelen contact met hen. “We spreken de ouders altijd persoonlijk aan. We leggen dan uit dat er in oktober proeftrainingen zijn en dat ze twee keer gratis kunnen langskomen. Ook geven we een kaartje mee, met daarop wat extra informatie en een e-mailadres.”
De club publiceert na de startdag ook altijd een artikel in de regionale krant om zoveel mogelijk aandacht te generen. Volgens Blaauw-van den Bosch helpt de publiciteit bij de opkomst tijdens de proeftrainingen. “Er komen altijd veel kinderen af op de proeftrainingen. Na de twee trainingen bieden we hen aan lid te worden van onze club. Het afgelopen jaar hebben we tien nieuwe jeugdleden mogen begroeten. Sinds we drie jaar geleden zijn begonnen met de startdag, zijn er al 25 kinderen lid geworden.”
Voor een kleine vereniging als IJsclub Breukelen is gratis publiciteit van groot belang. “Mond-op-mond-reclame werkt het beste voor ons. Daarnaast is het belangrijk dat we ons laten zien in de omgeving. Bijvoorbeeld door een keer flyers uit te delen, of gedurende het schaatsseizoen in de regionale krant artikelen te publiceren. Zo blijf je in beeld en zorg je ervoor dat je op het netvlies van de mensen staat.”
Ter voorbereiding op het nieuwe schaatsseizoen organiseerde Indoor Hardrij Club Leiden (IHCL) deze zomer voor het tweede jaar op rij een zomerkamp voor jeugdleden. Met het jeugdkamp wil IHCL de clubbinding en het groepsgevoel versterken. “Bij IHCL is iedereen één.”
In 2017 had het zomerkamp al 22 deelnemers, dit jaar meldden er zich zelfs 25 jeugdleden aan voor de voorbereiding op een nieuw schaatsseizoen. Claudette Juffermans, een van de initiatiefnemers van het kamp, was enigszins verrast over het grote aantal deelnemers. “Omdat we als vereniging zelf geen trainingen organiseren in de zomer, zien de jeugdleden elkaar een paar maanden helemaal niet. Het leek ons daarom leuk aan het eind van de zomer iets te organiseren, zodat de kinderen elkaar weer zien en aan het ijs kunnen wennen. We hadden echter niet verwacht dat bijna een kwart van onze jeugdleden zich voor het zomerkamp zou aanmelden.”
Tijdens het kamp staat gezelligheid voorop, maar er wordt ook hard gewerkt aan de conditie en schaatstechniek van de kinderen. Verschillende activiteiten rond het thema sport & spel, fun en schaats-droogtraining stonden op het programma. “We hebben drie keer getraind op De Uithof en er was een training op het strand. We trainden fanatiek, ook omdat er begin oktober al een wedstrijd gepland stond”, zegt Juffermans. “Er waren vier trainers mee en daarnaast hielpen ook ervaren, oudere jeugdleden een handje. Dat is heel belangrijk voor ons, want de jeugd kijkt tegen hen op.”
Naast het sportieve gedeelte was er volop ruimte voor gezelligheid. “We zijn onder meer gaan klimmen en we deden bingo. Plezier en hard trainen gaan hand in hand bij ons. Iedereen kan meedoen, ongeacht welk niveau. Bij IHCL is iedereen één”, aldus Juffermans.
Ook de ouders van de kinderen hielpen mee met koken of zorgden voor vervoer, waardoor de kosten voor het kamp laag gehouden konden worden. “Om het kostendekkend te krijgen, hebben we een bijdrage van €55 per deelnemer gevraagd. We hebben geen natuurijsbaan, dus we moeten het betreft inkomsten hebben van onze leden. Dan is het belangrijk je leden tevreden te houden en hen iets extra’s te bieden.”
Wat zou Juffermans andere verenigingen die een zomerkamp willen organiseren aanraden? “Begin op tijd met de voorbereiding. Je hebt een goed draaiboek en veel vrijwilligers nodig. Zorg daarnaast voor meerdere groepen tijdens de trainingen, zodat ieder kind op zijn of haar eigen niveau kan schaatsen. Maar het belangrijkste is denk ik het enthousiasme dat je uitstraalt. Als alle begeleiders positief en energiek zijn, dan slaat dat over op de kinderen.”
Bij IHCL denken ze alweer aan de editie van volgend jaar. “We gaan zeker door met het zomerkamp. Het is aangeslagen en dit blijkt een goede manier om de clubband te versterken en een leuke tijd te hebben. Mijn droom is dat we het zomerkamp over een paar jaar op onze eigen ijsbaan in Leiden kunnen organiseren.”
Jongeren zijn tegenwoordig minder vaak lid van een sportvereniging. Ook ijsdans- en showschaatsvereniging IJsfun merkt een afname in clublidmaatschap onder voornamelijk jeugdige leden, in de leeftijd van ca. 4-20 jaar. De Haagse vereniging introduceerde daarom flexibele lidmaatschappen. Of je nu vijf lessen wilt volgen, of een heel seizoen lid wilt zijn; het is mogelijk bij IJsfun.
Veel sportverenigingen gaan nog uit van het traditionele model, waarbij je voor een heel (of half) seizoen betaalt voor een lidmaatschap. IJsfun merkte door de jaren heen dat veel hun leden pas in het tweede deel van het schaatsseizoen binnenstroomden. Daarop pasten ze hun aanbod aan. “Vóór het zomerijs, dat er sinds vorig jaar is, waren we als club jaarlijks maar zes maanden actief op de Uithof in Den Haag. Rond kerst is er vaak een piek in de belangstelling voor het ijsdansen en showschaatsen. Rond die periode en ook daarna krijgen we vaak veel nieuwe aanmeldingen. Daarom hebben we in eerste instantie een abonnement voor 10 lessen geïntroduceerd, zodat de nieuwe leden niet voor een heel seizoen hoefden te betalen”, legt Ad van der Linden, penningmeester van IJsfun, uit.
Wie wil schaatsen bij IJsfun kan tegenwoordig kiezen uit meer dan 10 verschillende lidmaatschapsvormen. Van een 5-rittenkaart tot een vorm waarbij meerdere gezinsleden korting krijgen op een lidmaatschap. “Het is in de loop der jaren zo gegroeid. Het is duidelijk dat het steeds belangrijker wordt voor verenigingen aan ledenwerving te doen. Kinderen blijven niet meer jarenlang lid van sportclubs, ze willen liever een soort korte cursus”, aldus Van der Linden.
Omdat er gedurende het seizoen veel kinderen langskwamen voor een proefles besloot IJsfun ook een 3-rittenkaart te introduceren. “De ervaring leerde dat sommige kinderen na één les nog niet wisten of het ijsdansen of showschaatsen iets voor hun was. Bovendien wist niet iedereen dat een proefles geld kostte en dat leverde soms rare situaties op. Daarom hebben we toen – samen met een paar betrokken leden – iets nieuws bedacht. Je kunt tegenwoordig drie lessen volgen voor €15. De eerste les is gratis, de tweede les kost €5 en de derde les €10. Dan hebben kinderen meer tijd om met de sport kennis te maken”, zegt Van der Linden.
De leden die geen jaarabonnement hebben, kunnen ook gebruik maken van leenschaatsen. “Dankzij een subsidie van de gemeente Den Haag hebben we voor bijna €2.000 aan kunstschaatsen kunnen kopen. Omdat we schaatsen uit lenen, hoef je niet meteen een paar te kopen als je een aantal keer bij ons komt schaatsen.”
Dankzij de AH Sportactie werd er dit seizoen nog meer dan normaal gebruik gemaakt van de verschillende lidmaatschappen. Van der Linden: “Er zijn heel veel mensen langs geweest om een proefles te volgen. En een aantal heeft besloten daarna bij ons te blijven schaatsen. We sluiten het seizoen af met bijna 60 leden, terwijl dat er vorig jaar 45 waren. Het concept van de Sportactie werkte heel goed.”
Het is volgens de penningmeester ook noodzakelijk voor het voortbestaan van de ijsdans- en schowschaatsvereniging dat er tussentijds nieuwe leden bijkomen. “Ons doel is jaarlijks 40 leden te hebben die betalen om een heel jaar te schaatsen. Maar de praktijk laat zien dat we elk seizoen beginnen met te weinig leden. Dit jaar waren het er bijvoorbeeld amper 25. Gedurende het seizoen vullen we ons ledenbestand aan en behalen we onze doelstelling alsnog.”
Van der Linden denkt dat het feit dat er bij IJsfun voornamelijk kinderen schaatsen ook bijdraagt aan het succes van de flexibele lidmaatschappen. “We zijn een breedtesportclub, met heel veel jonge leden. Omdat veel van hen willen leren schaatsen, werkt ons aanbod goed. Het kost mij als penningmeester weliswaar extra tijd, maar het is goed te doen. En het belangrijkste is dat het goed is voor de vereniging.”
Ouderen sporten steeds vaker. Zowel individueel als in groepsverband. Als sportvereniging kun je deze ontwikkeling niet over het hoofd zien. Het kan voor schaats- en inlineskateverenigingen zeker lonen om 65-plussers iets van betekenis te bieden of een speciaal trainingsaanbod voor ouderen te ontwikkelen. Bij YVG gaan goed trainen en gezelligheid samen bij een grote groep ouderen.
Uit onderzoek van het Mulier Instituut naar de sportdeelname onder Nederlanders in de afgelopen zestien jaar blijkt een duidelijke toename van de sportdeelname onder ouderen boven de 65 jaar. Waar in de periode tussen 2001 en 2004 zo’n 30 procent van de 65-plussers minimaal een keer per week aan sport deed, was dat percentage tussen 2013 en 2016 gegroeid naar 40 procent.
IJsvereniging Groningen heeft weliswaar geen specifiek aanbod voor ouderen, maar bij trainingen voor wedstrijdschaatsers en voor recreanten/trimmers zijn er relatief veel deelnemers 60 jaar of ouder, zo laat voorzitter Jacob Hartog weten. “In het verleden werd op de ijsbaan veel geschaatst op dinsdag- en donderdagmorgen. Daarop hebben we besloten op die tijdstippen trainingen te gaan geven. Op deze trainingen komen relatief veel 60-plussers af. Dat is ook niet zo gek, omdat ouderen vaak juist op die momenten de gelegenheid hebben om te schaatsen.”
De groepen die de trainingen bezoeken, bestaan in totaal uit ongeveer 80 mensen. “De groepen rijden rustig, maar wel in een fors tempo rond”, aldus Hartog. “Vanuit de vereniging zorgen wij voor goede trainers, want de ouderen willen niet anders dan jongeren hun schaatstechniek blijven verbeteren. Ze willen als er natuurijs is aan de bak kunnen of trainen voor het NK-masters.”
Roelof van der Veen is een van die trainers van YVG. Hij geeft al jarenlang met veel plezier les. “Mijn ervaring is dat een groep met voornamelijk ouderen vooral goede begeleiding nodig heeft. Je moet rekening houden met wat ze wel en niet kunnen en daarop je training aanpassen. Gezelligheid staat voorop, dus het is als trainer ook belangrijk dat je een groep kunt entertainen. Verder is het belangrijk individueel aandacht te schenken als dat nodig is, bijvoorbeeld om een bepaalde techniek aan te leren of de angst weg te nemen.”
Behalve het sportieve, speelt ook het sociale aspect een belangrijke rol voor de ouderen die naar de trainingen op dinsdag- en donderochtend komen. Hartog: “Na de training drinken de meeste mensen nog uitgebreid een kopje koffie. Er is ook een smoelenboek en een lief- en leedpot. Dat is vanuit de groep zelf ontstaan.”
Zwemmen, tennis, gymnastiek en golf zijn de populairste sporten onder jongeren. Volgens Hartog ontstaan er ook bij schaats- en inlineskateverenigingen steeds vaker initiatieven die meer gericht zijn op ouderen. “Er gebeurt steeds meer in teamverband bij deze doelgroep. Ik denk dat sportverenigingen gelukkig steeds meer aandacht hebben voor 60-plussers, dat is een goede ontwikkeling. Bij YVG zijn we in ieder geval blij dat er zo’n grote groep ouderen soms als jonge honden bij ons schaatst.”
Met als doel de schaatssport te promoten en kinderen meer te laten bewegen begon Schaats- en Skeelervereniging Eemland in 2007 met de organisatie van het schoolschaatsen. Ruim tien jaar later krijgen bijna 700 kinderen jaarlijks schaatsles op de Vechtsebanen in Utrecht. Bovendien begroet de vereniging dankzij het schoolschaatsen jaarlijks nieuwe jeugdleden.
In november 2017 vond alweer de twaalfde editie van het schoolschaatsen plaats. 690 leerlingen uit groep 5 van 17 basisscholen uit Soest en Soesterberg en 8 scholen uit Baarn trokken naar de Vechtsebanen om het ijs te betreden. “Het is elk jaar weer een fantastisch evenement. De kinderen zijn enthousiast, de scholen zijn blij en wij kijken ook altijd met enorm veel plezier terug op de dag”, zegt Jolanda Los van SSV Eemland.
De kinderen worden per bus vervoerd van school naar Utrecht, waar ze verdeeld over 3 sessies schaatsclinics krijgen van diverse trainers en vrijwilligers van SSV Eemland. Ieder kind wordt ingedeeld op basis van de vooraf opgegeven schaats- en skeelerervaring. Van recht op de schaatsen staan, diep zitten, tot leren vallen, alles komt aan bod. Los: “Het is bijzonder dat je kinderen die net op het ijs staan, ziet wiebelen, maar die na ruim een uur toch best goed uit de voeten kunnen op het ijs. Dat er bij de meeste kinderen in een korte tijd al zoveel vooruitgang is te zien, maakt het voor de begeleiders op het ijs leuk om te doen.”
In 2005 ontstond al het idee voor een schoolschaatswedstrijd op natuurijs. Vanwege een aantal zachte winters zonder natuurijs besloot Eemland al snel om de plannen iets te wijzigen en een dag voor basisschoolkinderen op een kunstijsbaan te organiseren. “Schaatsvereniging Woudenberg organiseerde al een schoolschaatsevenement. We hebben bij hen gekeken, de goede dingen meegenomen en onze eigen elementen toegevoegd”, aldus Los.
Zo begon in 2007 het schoolschaatsen, dat in de loop der jaren is uitgegroeid tot een groot project. Het breedtesportevenement wordt ondersteund door de gemeenten Soest en Baarn. Los: “Zowel de samenwerking met de gemeenten als met de scholen is altijd goed geweest. Vanuit de gemeenten krijgen we financiële ondersteuning en de scholen betalen een kleine bijdrage per kind. Samen met de steun van onze sponsoren kunnen we zo onder meer het ijs huren, bussen huren en zorgen voor versnaperingen voor de vrijwilligers.”
Eemland zorgt zelf altijd voor begeleiding op het ijs. Ieder jaar zijn er in totaal ongeveer 40 vrijwilligers betrokken bij het project. “Er is een vaste groep mensen die er ieder jaar weer bij is. We horen altijd dat de vrijwilligers het ook een leuke dag vinden. We verzorgen voor hen ook de drankjes en een lunch en met behulp van de lokale middenstand regelen we altijd een cadeautje”, aldus Los.
Het schoolschaatsen is inmiddels uitgegroeid tot een traditie en mede dankzij de inspanningen van Eemland maken jaarlijks honderden kinderen kennis met de schaatssport. “Ons voornaamste doel is de schaatssport promoten en kinderen meer laten bewegen”, legt Los uit. “Uiteraard hebben we in ons achterhoofd ook dat we via dit project mogelijk leden kunnen werven.”
Het afgelopen jaar begroette Eemland 8 nieuwe leden dankzij het schoolschaatsen, op een totaal van 62 jeugdleden. “We delen aan het eind van de dag naast het schoolschaatsdiploma ook altijd een flyer uit met een speciale aanbieding. En omdat de dag in november plaatsvindt, kunnen kinderen zich nog voor 1 december inschrijven en veel lossen bij ons volgen en aansluiten bij andere activiteiten.”
Hoewel er altijd veel komt kijken bij de organisatie van het schoolschaatsen, hoopt Los dat het project nog vele jaren doorgaat. “Het kan momenteel eigenlijk niet beter. Iedereen is enthousiast, de kinderen, de scholen, begeleiders. We willen zeker door blijven gaan.”
Het is inmiddels traditie bij SC Gouda. Eind januari en begin februari reizen diverse leden van de schaatsclub af naar Oostenrijk om deel te nemen aan de Alternatieve Elfsteden(toer)tochten op de Weissensee. De reis is goed voor de clubbinding en zorgt voor een speciale band tussen de leden.
Hans van Woudenberg, penningmeester bij SC Gouda, is sinds 2011 op één jaar na altijd afgereisd naar Oostenrijk om deel te nemen aan het evenement. “De laatste jaren trek ik de kar binnen de club als het gaat om de organisatie van de reis naar de Weissensee. Ik ben een keer niet mee geweest en had daar achteraf wel een beetje spijt van. Het is gewoon erg leuk.”
“Dit jaar gingen we met dertien personen naar Oostenrijk. In de groep zit altijd een aantal mensen die voor de eerste keer meegaat. Je ziet hen dan altijd genieten van alles wat er gebeurt en daar geniet ik dan ook weer van.”
Elk jaar reizen er verschillende groepen schaatsers van SC Gouda af naar de Weissensee. Dit jaar was er ook een jong lid van de club mee. De 15-jarige Joris schaatste samen met zijn vader de 200 kilometer en Van Woudenberg hoopt dat de deelname van de jongeling een soort vliegwieleffect creëert. “Het zou mooi zijn als Joris anderen inspireert. Dat andere jeugdige leden denken ‘als hij het kan en leuk vindt, dan kunnen wij ook mee’. Het zou leuk zijn als er meer jongeren mee gaan de komende jaren.”
In het programma voor de reis is volgens Van Woudenberg veel ruimte voor sociale activiteiten. “Uiteraard is het doel de tocht uit te rijden. De dag ervoor verkennen we daarom het parcours, halen we onze spullen op en zijn we aanwezig bij de bijeenkomst van de organisatie. De dag van de tocht staat helemaal in het teken van schaatsen. Iedereen hoopt de finish te halen en we wachten elkaar op na afloop. Dit jaar reed iedereen van onze groep de tocht uit en dat zorgde voor een uitbundige sfeer. Aan de lawine van WhatsApp berichten die je na afloop op je telefoon aantreft, blijkt dat er vanuit de thuisblijvers enorm meegeleefd wordt. En ’s avonds is er het Blarenbal: een groot feest dat tot in de late uurtjes doorgaat.”
“De dag na de tocht ben je vooral aan het nagenieten, schaats je een beetje uit en kijk je naar de Alternatieve Elfstedentocht wedstrijden van de profs. Je treft dan ook vaak allerlei bekenden met wie je bijpraat.”
Van Woudenberg vindt de trip naar de Weissensee een unieke ervaring. “Elk jaar organiseren we als club veel activiteiten waar veel mensen aan meedoen. Het is heel mooi om deel uit te maken van de groep die deelneemt aan de Alternatieve Elfsteden(toer)tochten. Je schaatst de tocht om samen lol te hebben en te genieten. Je creëert tijdens die paar dagen echt een speciale band met de mensen die mee zijn.”
De Baancommissie Twente organiseerde in de maand oktober een gratis schaatsuur op zaterdagmiddag. Vier zaterdagen konden alle pupillen met een baankaart hun vriendjes of vriendinnetjes meenemen naar de IJsbaan Twente. Het initiatief was bedoeld om het clubschaatsen te promoten en zoveel mogelijk kinderen te enthousiasmeren voor het schaatsen. “We blijven strijden om de vergrijzing tegen te gaan.”
Net zoals in andere delen van het land merken ook de schaatsverenigingen in de provincie Overijssel dat het ledenbestand vergrijst. De Baancommissie Twente, die alle wedstrijden en trainingen voor de clubs organiseert, wil de verenigingen op alle mogelijke manieren helpen en zorgde ervoor dat de IJsbaan Twente vier zaterdagen in oktober tussen 17.00 en 18.00 uur beschikbaar was voor het gratis schaatsuur.
“We zijn geïnspireerd geraakt door wat er in Utrecht gebeurt. Daar organiseren ze al het pupillenschaatsen op de buitenbaan. Wij wilden iets vergelijkbaar, het liefst op de grote buitenbaan”, zegt Derk Willem Ruesink, penningmeester van het Gewest Overijssel. De goede samenwerking met de directie van de IJsbaan Twente maakte het vervolgens mogelijk een speciaal jeugdschaatsuurtje te organiseren.
In september en oktober werden alle lokale schaatsclubs – 15 in totaal – aangeschreven. Zij kregen bericht over het nieuwe initiatief en de vraag of ze het onder hun (jeugd)leden wilden verspreiden. Het uur op zaterdag was bedoeld om meer kinderen op de baan te krijgen en hen warm te maken voor het clubschaatsen en om het clubschaatsen een bredere basis te geven. Alle pupillen met een baankaart mochten aan dit uur meedoen, op voorwaarde dat ze een vriendje of vriendinnetje meenamen. De inschrijving verliep online.
“Er kwamen redelijk veel kinderen op het schaatsuur af, maar toch iets minder dan we hadden gehoopt. We zijn in zo’n situatie ook min of meer afhankelijk van de clubs. Zij moeten het voornaamste promotiewerk doen”, aldus Ruesink.
Volgens Ruesink bleek het lastig nieuwe leden te werven voor de verenigingen. “Ons idee was dat de kinderen drie keer schaatsles kregen en daarna zouden meedoen aan een wedstrijd. Dat was toch een brug te ver. Het rijden van wedstrijden is hoogdrempelig. Er moet iets veranderen wil je kinderen zover krijgen zich in te schrijven voor een wedstrijd. Misschien dat een meer speelse opzet hierbij kan helpen.”
Het schaatsuur voor de jeugd stopte na oktober. De rest van het schaatsseizoen kunnen kinderen die een maand lang hebben meegedaan aan het schoolschaatsen de volgende maand maand gratis terecht op de IJsbaan Twente. Ruesink: “Zo kunnen zij nader kennismaken met het clubschaatsen. In november hadden we 50 inschrijvingen. Het blijkt dat als scholen ons aanbod in hun nieuwsbrief opnemen of een link op de website plaatsen, veel kinderen zich inschrijven. Onze bedoeling is ze vanuit het schoolschaatsen te laten doorstromen naar een club. En wedstrijden rijden is daar in onze beleving een onderdeel van.”
Ruesink benadrukt nogmaals dat het eerste doel is kinderen enthousiast te maken voor het schaatsen, maar dat het net zo belangrijk is een goed vervolgaanbod te hebben. “Als kinderen eenmaal op het ijs staan, zijn ze vaak verkocht. Maar de drempel om daarna lid te worden, is hoog.”
“Vrijwel elke sport – en ook het schaatsen – heeft te maken met vergrijzing. Dat willen we tegengaan. Om dat te bereiken, moeten de clubs meer met elkaar samenwerken en van hun eiland afkomen. Dat proberen wij te stimuleren. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde. We blijven strijden voor een gezonde toekomst van de sport.”