Door klimaatverandering en een afname van vorstperiodes wordt de kans op natuurijs in Nederland steeds kleiner. Nieuwe technologie kan echter helpen schaatsen op natuurijs sneller mogelijk te maken. Bij de Winterswijkse IJsvereniging kon er afgelopen winter in totaal zes keer geschaatst worden, met dank aan een nieuwe innovatieve ijsbaanconstructie.
Het is bijna jaarlijks weer een prestigestrijd; welke vereniging kan het eerst zijn poorten openen om op de natuurijsbaan te schaatsen. Afgelopen jaar was het al op 30 november raak. Na één nacht vorst ging de krabbelbaan van de Winterswijkse IJs Vereniging (WIJV) open. Het bleek de opmaat voor een winter waarin op de baan verdeeld over zes verschillende periodes geschaatst kan worden. Reden hiervoor is een nieuwe innovatieve ijsbaanconstructie die schaatsen op natuurijs sneller mogelijk maakt. “De afgelopen jaren zijn we, in samenwerking met ‘natuurijsoloog’ Jop van der Werff, een zoektocht gestart naar de meest effectieve manieren om ijs te maken. We gingen namelijk verhuizen en dat was aanleiding ons te verdiepen in de vorming van natuurijs”, zegt Hendrik van Prooije, ‘ijsmaker’ van de WIJV.
Op zoek naar antwoorden over natuurijs werd onder meer een tocht langs andere ijsclubs gemaakt. Het bezoek aan De Lier maakte de meeste indruk op Van Prooije. “De ijsclub ligt in Zuid-Holland, relatief dichtbij de Noordzee. Niet de meest ideale plek voor natuurijs, maar toch zijn ze jaarlijks als één van de eersten open als het vriest. Dat komt onder andere door de manier waarop ze baan besproeien, gecontroleerd laagje voor laagje. Wij wilden deze methode ook graag gebruiken en hebben toen, zoals wij dat noemen, een ‘team van Willie Wortels’ samengesteld dat een sproeisysteem heeft bedacht dat is gebaseerd op wat we zagen bij De Lier.”
Gedurende dit proces kwam een ander belangrijk facet bij ijsvorming onder de aandacht van de WIJV, namelijk de ondergrond. De dooi komt bij ijsbanen van onderen, uit de grond. Waarom isoleren we de nieuwe baan dan niet, vroeg de vereniging zich af. De oplossing leek te liggen in schuimbeton onder de baan leggen, maar daar was nog geen onomstotelijk bewijs voor. Om meer zekerheid over de werking van schuimbeton te hebben, werd een afstudeeropdracht uitgezet bij de Universiteit Twente. Michael Hop was meteen geïnteresseerd en ging aan de slag met het onderzoek. “De WIJV wilde weten of het isoleren van de baan echt voor snellere ijsvorming zorgt. Uit mijn onderzoek blijkt dat dit zo is. Schuimbeton houdt minder warmte vast en werkte als isolatie tegen de warmte dieper in de grond.”
De isolatie onder de ijsbaan in combinatie met het sproeisysteem – dat bestaat uit onbemande karretjes die met een sproeiarm urenlang langs de baan rijden om laagjes water te sproeien – bleek een gouden combinatie. Hop: “Het schuimbeton zorgt ervoor dat het asfalt sneller afkoelt, waardoor je eerder kunt beginnen met sproeien. Het sproeisysteem is zo gemaakt dat er gecontroleerd laagje voor laagje water op de baan wordt gezet in plaats van de baan volledig onder water te zetten en te wachten tot het is bevroren. Met het sproeisysteem kun je met een dun laagje ijs ook al schaatsen.”
Hoewel het nog veel voeten in de aarde had om het contract met de aannemer aan te passen en de financiering rond te krijgen, had de WIJV drieënhalf jaar nadat afscheid was genomen van de oude accommodatie eindelijk een nieuwe ijsbaan. De nieuwe ijsbaanconstructie heeft direct zijn vruchten afgeworpen. De WIJV was zowel nationaal als internationaal volop in het nieuws en er kon veelvuldig worden geschaatst in Winterswijk afgelopen winter. “We hadden vorig jaar nog zo’n veertig betalende leden en donateurs, die al drie jaar niet meer hadden kunnen schaatsen. Dit seizoen zijn we geëindigd op in totaal 700 leden en donateurs, die laatste groep bestaat uit mensen die zich alleen aanmelden om op natuurijs te schaatsen. Een bizarre toename natuurlijk”, zegt Van Prooije. “We zijn er logischerwijs heel blij mee. We willen de drempel om te schaatsen zo laag mogelijk houden. In onze statuten staat letterlijk dat ons doel het bevorderen van de ijssport. Hartstikke mooi dat we daar met onze nieuwe ijsbaan aan kunnen bijdragen.”
De ijsbaanconstructie heeft logischerwijs ook de interesse gewekt van andere natuurijsclubs. Van Prooije geeft aan dat meerdere verenigingen al hebben geïnformeerd bij de WIJV. “Iedereen is welkom om te kijken bij ons en advies in te winnen. Het is bewezen dat onze manier werkt. Als je je baan wilt renoveren of een nieuwe baan wilt aanleggen, zou ik de combinatie van isoleren en gecontroleerd sproeien adviseren. Voor natuurijs in Nederland is deze een flinke stap voorwaarts.”
Ook Hop ziet nog veel mogelijkheden voor andere ijsbanen in Nederland. “Het idee om je hele baan onder water te zetten is wat achterhaald. Daarom zou ik in ieder geval adviseren de ijslaag op te bouwen met dunne laagjes water. Het gebruik van isolatiemateriaal is alleen mogelijk als je een nieuwe baan aanlegt. Maar ik denk wel dat isolatiemateriaal leggen onder het asfalt de nieuwe standaard gaat worden.”
Duurzaamheid is al jaren een belangrijk onderwerp bij de Edese IJsvereniging. Dit jaar voegde de club de daad bij het woord en liet het met medewerking van sponsor Energiebreed ruim 200 zonnepanelen leggen op het dak van het clubhuis. Een win-winsituatie: EIJV bespaart op de energierekening én het draagt een steentje bij aan een beter milieu.
EIJV is gevestigd op Sportpark Peppelensteeg, waar onder meer ook korfbalclub CKV Reehorst ligt. De Stichting Combiproject Peppelensteeg (SCP) heeft de clubhuizen van beide verenigingen in beheer en speelde zodoende een cruciale rol bij de aanleg van de zonnepanelen. Franc Hoogstede is bestuurslid van de stichting én Energiebreed is sponsor van EIJV en CKV. Zijn bedrijf helpt organisaties bij verduurzamingstrajecten. “Omdat we ervaring hebben met bijvoorbeeld de aanleg van zonnepanelen op gebouwen en ik als sponsor een bijdrage wil leveren, was het een logische keuze dat Energiebreed het project zou begeleiden”, legt Hoogstede uit.
Vanuit EIJV werd de kar lange tijd getrokken door Pieter Bussing, voormalig bestuurslid van EIJV en SCP. “Hij heeft het proces enkele jaren geleden al in gang gezet. Als bestuur reageerden wij enthousiast op zijn voorstel en dit jaar is het allemaal in een stroomversnelling geraakt”, zegt Jan Vellinga, voorzitter van EIJV.
Hoogstede was eerder al betrokken bij de aanleg van een groot zonnepanelenpark bij buitensportcentrum Flevonice in Flevoland. “Eigenlijk begin je altijd met een inventarisatie. Wat is de wens vanuit de organisatie? Is het financieel, technisch en energetisch haalbaar? Als de antwoorden op dergelijke vragen positief zijn, schrijven we een business-case, verzorgen we de aanvraag van mogelijke subsidies en zorgen we voor de uitvoering van het project.”
Met name de toewijzing van subsidies is cruciaal voor sportclubs die willen verduurzamen. “Bij veel sportverenigingen is het budget waarmee wordt gewerkt niet toereikend om de benodigde investeringen te doen. Dankzij de subsidies die tegenwoordig beschikbaar worden gesteld, is het toch rendabel te investeren in energiebesparende maatregelen”, zegt Hoogstede.
In minder dan een jaar tijd is het traject afgerond en sinds september liggen er meer dan 200 zonnepanelen op het dak van SCP, in welk gebouwde clubhuizen van EIJV en CKV Reehorst zijn gehuisvest. Het moet een besparing van meer dan €2600,00 excl. BTW per jaar opleveren. “De aanleg van de panelen is zowel voor de vereniging als voor de maatschappij goed. Wij besparen op onze energierekening én we dragen bij aan een beter milieu”, aldus Vellinga.
Hoogstede ziet dat steeds meer sportverenigingen zich bezighouden met het thema duurzaamheid. “Energiebesparende maatregelen zijn goed voor de uitstraling van een club en als je het goed doet, kun je een hoop geld besparen. In het geval van EIJV wordt alle benodigde energie opgewekt door de aanwezige zonnepanelen. Het levert zelfs meer energie dan nodig is, dus we kijken naar mogelijkheden om hier nog iets mee te doen.”
Vellinga is enorm blij met de eerste stap naar een duurzame toekomst. Hij roemt de inbreng van een partij als Energiebreed. “Voor een duurzaamheidstraject heb je echt specialisten nodig, want het is een ingewikkeld project. Een professioneel bedrijf ontzorgt je en neemt veel werk uit handen. Als bestuurder zeg ik tegen anderen: Wil je ook verduurzamen, huur dan een professional in, die zorgt ervoor dat dit soort processen snel verlopen.”
Nu de zonnepanelen zijn gelegd denkt Hoogstede al aan de volgende stappen die EIJV kan zetten. “We hebben ook onderzocht welke mogelijkheden de club nog meer heeft om te verduurzamen. Dan kun je denken aan de vervanging van de gasketels, LED-verlichting en slimme energie-inkoop. Veel accommodaties kunnen duurzamer worden ingericht. Laat daarom een onderzoek uitvoeren en kijk wat jij als club kunt doen. Verenigingen spelen een belangrijke maatschappelijke rol en bovendien zitten er alleen maar voordelen aan verduurzaming.”
Na jarenlang overleg is eind september officieel de nieuwe ijsbaan in Zeewolde geopend. IJsclub Zeewolde deelt de accommodatie met de plaatselijke atletiekvereniging. Met de nieuwe combinatie atletiek- en ijsbaan zou de ijsclub sneller ijs moeten hebben tijdens vorstperiodes. “We hebben een impuls nodig.”
Al sinds de jaren tachtig ligt de ijsbaan van IJsclub Zeewolde in het centrum van het gelijknamige dorp. “De ijsbaan is heel mooi gelegen. Maar het werd tijd voor vernieuwing”, zegt secretaris Rudi de Groot.
Een van de belangrijkste redenen voor de aanleg van een nieuwe ijsbaan was het feit dat er de afgelopen jaren nauwelijks geschaatst kon worden bij IJsclub Zeewolde. “Het was erg lastig om ijs te vormen op de oude ijsbaan, omdat het verval te groot was waardoor hij achterop te diep was.”
IJsclub Zeewolde trok in het proces voor een nieuwe ijsbaan samen op met atletiekvereniging Zeewolde. Beide clubs wilden een nieuwe accommodatie en bovendien werkten ze al samen – AV Zeewolde huurde het clubhuis van de ijsclub. “We hebben jaren geleden al gepleit voor een multifunctioneel gebruik van de grond van de ijsbaan, zodat we als ijsclub op onze locatie konden blijven. De atletiekvereniging had ook de wens om haar baan te verbeteren, dus samenwerking lag voor de hand”, aldus De Groot.
Toch duurde het nog tot 2015 voordat er daadwerkelijk een beslissing werd genomen. Volgens De Groot mondde de discussie over een nieuwe ijs- en atletiekbaan uit in een ‘politiek gevecht’. “Drie jaar geleden is besloten dat er een combibaan zou worden aangelegd. Een nieuwe rondgaande ijsbaan zou rond de nieuwe atletiekbaan worden aangelegd. Ook een krabbelbaan is onderdeel van de plannen. Dat is erg belangrijk voor ons, om de jeugd een veilige schaatsplek te bieden. Vorig jaar is daadwerkelijk de schop in de grond gegaan en in september is de nieuwe atletiekbaan opgeleverd.”
Op 22 september ging ook de nieuwe ijsbaan officieel open, hoewel er natuurlijk nog niet geschaatst kon worden. De Groot kijkt daarom uit naar de winter. “De ijsbaan is sterk verbeterd. Er ligt nu een asfaltbaan met randen en goten eromheen en we gaan ervan uit dat we sneller ijs hebben als het vriest.”
Buiten de ijsperiode zal de baan openbaar gebied zijn, als onderdeel van het fietspad. En de krabbelbaan is buiten de ijsperiode een openbaar speel-/beweegveld. “De atletiekbaan is in beheer van de atletiekvereniging, die hiervoor een speciale stichting hebben opgericht. Onze club heeft weinig financiële middelen voor het onderhoud van de accommodatie, dus daarom hebben we hulp van de gemeente ingeroepen en blijft de baan openbaar gebied. Alleen tijdens vorstperiodes hebben wij de regie”, legt De Groot uit.
De Groot hoopt dat het ledenaantal van IJsclub Zeewolde gaat aantrekken met de komst van de nieuwe ijsbaan. “Als je een aantal jaar geen ijs hebt, merk je dat aan het ledenbestand. Het aantal leden loopt achteruit. Een goede winter helpt bij de aanwas van nieuwe leden en zorgt ervoor dat we de jeugd enthousiast kunnen maken voor het schaatsen door allerlei activiteiten te organiseren. Ik denk dat de nieuwe ijsbaan ons een impuls gaat geven en dat is nodig ook.”
’s Winters een ijsclub, ’s zomers een camping. Dat is het bijzondere verhaal van IJsclub Oud-Alblas. De camping wordt in de zomermaanden gerund door vrijwilligers van de vereniging en alle inkomsten komen in zijn geheel weer ten goede aan IJsclub Oud-Alblas. “We houden er een mooi bedrag aan over.”
In 1966 kocht IJsclub Oud-Alblas het huidige terrein voor de egalisatie van een veldijsbaan c.q. camping. De dubbele bestemming van de grond bleek een gouden greep. “We hebben nu altijd een vast inkomen, want het merendeel van de gasten staat er een heel seizoen. Een campingseizoen is er altijd wel, maar een schaatsseizoen helaas steeds minder”, zegt Rianne Bas van IJsclub Oud-Alblas.
Het bestuur van de ijsclub draagt zelf zorg voor het onderhoud van de camping, die jaarlijks tussen begin april en eind oktober open is. Elke week is er één iemand verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het legen van de vuilnisbakken, of het innen van het geld. “Je kunt natuurlijk niet de hele dag aanwezig zijn. Daarom is er een stel dat ons een handje helpt. Zij komen al 15 jaar op de camping”, legt Bas uit. “We vertellen de mensen ook altijd dat ze er niet te hoge verwachtingen van moeten hebben.”
Het afgelopen jaar zag IJsclub Oud-Alblas een lichte toename in het aantal bezoekers, dankzij een betere vindbaarheid op Google. De camping telt in totaal 21 plekken, waarvan het merendeel is gereserveerd voor vaste gasten. Het zijn vooral fietstoeristen die spontaan langskomen, zegt Bas. “Het loopt heel goed. ’s Zomers is het altijd druk. We zitten dan ook op een toplocatie, vlakbij het riviertje de Alblas en dichtbij de molens van Kinderdijk. We kunnen onze gasten iets mooi bieden.”
Omdat de camping volledig in eigen beheer is, kan IJsclub Oud-Alblas jaarlijks een mooi bedrag bijschrijven op de rekening. “We hebben ook veel werk aan het onderhoud, maar we houden er wel een paar duizend euro aan over. Als we dit inkomen niet hadden, zouden we bijvoorbeeld meer aan sponsoring moeten doen om het hoofd boven water te houden”, aldus Bas.
Het runnen van de camping zorgt er bovendien voor dat de banden tussen de vaste gasten en het bestuur van de ijsclub nauw zijn. “De meesten van hen zijn ook lid van de vereniging, terwijl ze niet eens uit de buurt komen. Ze komen ’s winters ook weleens kijken hoe alles er dan uitziet. Ze doen dit omdat ze ons een warm hart toedragen.”
De Arnhemsche IJs Club Thialf was halverwege de jaren ’90 een van de eerste clubs in Nederland met een zogenaamde combi-baan. Nu, twintig jaar later, is de skeeler- en ijsbaan ’t Cranevelt gerenoveerd waardoor de kansen op een marathon op natuurijs zijn gestegen en AIJC Thialf haar leden weer de best mogelijke faciliteiten kan aanbieden.
De vernieuwde skeeler- en ijsbaan ’t Cranevelt werd afgelopen november opgeleverd. AIJC Thialf heeft de baan vanwege het uitblijven van vorst nog niet kunnen gebruiken, maar voorzitter Jan Wardenaar is erg blij met de renovatie. “Het asfalt gaat door de jaren heen eroderen. Het stond al in de planning de baan te renoveren en het moest nu ook wel gebeuren. Vier jaar geleden is de baan al eens geslepen omdat we ontevreden waren over de gladheid. Nu ligt er weer een mooie nieuwe asfaltlaag.”
Een andere belangrijke ingreep bij de renovatie was de vervanging van de goten rondom de baan. “De goten werkten niet goed meer. Voorheen lekte een deel van het grondwater weg en daarom ging de afkoeling van het water in de winter minder snel. Dat speelde ons wel parten. Dankzij de reparatie is de kans op natuurijs bij ons iets groter”, legt Wardenaar uit.
De voorzitter benadrukt dat het voor AIJC Thialf geen doel op zich is om als eerste in Nederland bij vorst een wedstrijd op natuurijs te kunnen organiseren. “Het zou vooral een leuke bijkomstigheid zijn. We zijn een publieke voorziening en hebben ook een rol voor de lokale gemeenschap en niet alleen voor de topsporters. Maar in theorie zou er nu wel sneller geschaatst kunnen worden op onze baan als het vriest.”
Zowel bij de de aanleg van de combi-baan als bij de renovatie werkte AIJC Thialf nauw samen met de gemeente Arnhem. “De aanleiding een combi-baan aan te leggen in de jaren ’90 was de herbestemming van de toenmalige atletiekbaan. Het doel was een skeelerbaan te realiseren, waar ook nog op geschaatst kon worden. De ideeën kwamen van het bestuur van Thialf in samenwerking met advies- en ingenieursbureau Grontmij, maar het was qua uitvoering een gemeenteproject. Wij betalen gewoon huur”, aldus Wardenaar.
Door de jaren heen heeft AIJC Thialf regelmatig advies gegeven aan andere verenigingen die ook keken naar de mogelijkheden een combi-baan aan te leggen. De belangrijkste tip van Wardenaar is om een goede relatie op te bouwen met de gemeente. “We hebben een actief bestuur en we onderhouden nauwe contacten met de gemeente. Onze ervaring is dat je door een goede relatie met de gemeente dingen gedaan kunt krijgen.”
Wardenaar hoopt dat het weer in Nederland het nog toelaat te schaatsen op de vernieuwde baan bij AIJC Thialf, maar de baan is vooral bedoeld voor de skeeleraars binnen de club. “We hopen op strenge vorst zodat we de baan kunnen testen, maar dat wordt lastig. De kansen daarvoor dalen. Waarschijnlijk wordt er in maart voor het eerst gebruikgemaakt van de baan door de skeeleraars. Het is als club plezierig een goede skeelerbaan te hebben, omdat je leden dan ook zomers actief blijven. Skeeleren is natuurlijk een goede trainingsvorm naast het schaatsen en met onze gerenoveerde baan kunnen we onze leden nu weer de beste faciliteiten aanbieden.”