Wat is shorttrack?

Na een dag vol spannende voorrondes maken schaatsers en publiek zich op voor de finales. Ze hebben favorieten zien sneuvelen door valpartijen of diskwalificaties, en nieuwe talenten boven zichzelf zien uitstijgen.

Het belooft dan ook een mooie strijd te worden. Vier nerveuze rijders staan klaar voor de start. Alle vier willen ze als eerste de bocht induiken om zo een goede positie te pakken. Gejuich klinkt als een rijder na een spectaculaire actie de koppositie weet over te nemen. Het is dringen geblazen, niemand wil toegeven. Nog sneller gaan ze door de krappe bochten, de hand aan het ijs, tot één van de rijders het tempo niet meer kan bijbenen. Tot op de finish blijft het spannend, wie drukt als eerste zijn schaats over de streep?

Algemeen

Shorttrackschaatsen is rond 1890 ontstaan in Engeland, waar rolschaatsen populair was. Shorttrack vindt plaats op een ijshockeybaan, waarop een ronde van 111,11 meter wordt uitgezet. De schaatsers hebben hogere schoenen dan de rijders bij het langebaanschaatsen om zo beter door de bochten te kunnen. De ijzers zijn bovendien meegebogen met de bocht voor meer grip en betere sturing. In ritten met vier tot acht schaatsers komt het vooral aan op tactiek, behendigheid en acceleratievermogen. De sterkste of snelste rijder wint niet altijd.

Wedstrijden

Op grote titeltoernooien, zoals Europese en Wereldkampioenschappen, wordt een allroundtoernooi gereden en wint degene met de meeste punten na vier afstanden. Via voorrondes, kwartfinales en halve finales plaatsen rijders zich via een afvalsysteem voor de finale. Naast de individuele races wordt bij iedere wedstrijd een estafette (relay) gereden, waarbij een team van vier rijders 3000 meter (dames en junioren) of 5000 meter (heren) aflegt. De rijders wisselen elkaar af door middel van een duw, waarmee ze topsnelheid aan elkaar doorgeven. In Nederland zijn ongeveer 1000 shorttrackschaatsers actief.