KNSB: veel nieuwe natuurijsmeesters nodig in heel Nederland
Schaatsen op natuurijs zit in het hart van de Nederlandse cultuur en staat zelfs op de lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed. “Daarom is het belangrijk dat het behouden blijft”, zegt Rieks Poelman van de KNSB. “Zonder ijsmeesters, geen natuurijsbanen of veilige ijstrajecten.”
Het magische gevoel van natuurijs
“Het gevoel dat je krijgt als je voor het eerst op nieuw ijs staat, is magisch”, zegt oud-kampioen Erik Hulzebosch (51). “Zodra er ijs ligt, staat het leven van elke schaatsliefhebber op z’n kop. Maar het moet wel allemaal goed geregeld worden. Natuurijs heeft mijn leven veranderd. Dat je er hooguit nog maar een paar dagen per jaar op kunt staan, maakt het extra bijzonder.”
“Dit weekend gaat de wintertijd in. Maar wordt het weer zo’n ouderwets koude winter? Het zou toch zo leuk zijn als we weer het ijs op kunnen, net als afgelopen jaar”, verzucht Liane Lens van Unox, als merk onlosmakelijk verbonden aan de winter en partner van de KNSB.
450 natuurijsverenigingen in heel Nederland
Bij de KNSB zijn ruim 450 natuurijsverenigingen aangesloten: van skeelerbanen tot meren en plekken met open water in het bos. Voordat het gaat vriezen, moet er op al die plekken een team van opgeleide natuurijsmeesters en andere vrijwilligers klaarstaan om er een mooie ijsbaan van te maken. Dat moet in enkele dagen gebeuren, want de perioden van aaneengesloten vorst worden steeds korter. Dat vereist meer mensen en nieuwe technieken. “Innovatie, daar is verjonging voor nodig. Niet die ‘we doen het al jaren zo’-mentaliteit”, zegt Pauline Siersma-van der Zant (40), ijsmeester bij natuurijsvereniging Leiderdorp.
Vernieuwing en verjonging
“Ik hoop dat er nieuwe winden gaan waaien en dat de wat oudere ijsmeesters hun kennis willen overdragen. Ik daag zeker ook jongvolwassenen uit om zich aan te melden voor onze cursus”, vult Rieks Poelman aan. “IJsmeesters staan garant voor het plezier van alle schaatsliefhebbers bij hen in de buurt: ze zorgen voor saamhorigheid en veilig ijs. Hoe meer ijsmeesters, hoe veiliger het wordt.”
“Mijn generatie moet ook gewoon kunnen schaatsen. Daarom wil ik graag ijsmeester worden”, zegt de 22-jarige Jeroen Steenbergen uit het Drentse Odoorn, bij wiens familie het ijsmeesterschap al generaties lang door de aderen stroomt. “Als de baan klaar is, met je maten een uurtje schaatsen en afsluiten met een borrel. Hoe mooi is het als ik daaraan bij kan dragen? Het is ook typisch Nederlands, hè? We zitten hier vlakbij Duitsland en zodra je de grens over gaat, zie je niemand meer op het ijs.”
Gemeenschapsgevoel
IJsmeester Robbert van Vliet (56) van ijsclub Siberia uit Utrecht: “Zodra er echt winterweer wordt voorspeld, begint het bij ons allemaal te kriebelen en met vrieskou is iedereen druk in de weer om een mooie laag ijs te creëren. Dat is bij ons wel een dikke week werk. Het proces van het samendoen is wat het zo mooi maakt. Het is echt teamwork.”
Elke vorstperiode is het spannend of er geschaatst kan worden, en waar. Natuurijsverenigingen in het hele land hopen met slimme technieken een voorspong te krijgen en als eerste te kunnen openen. Het is elk jaar een race welke baan als eerste schaatsklaar is. “Niets is zo gaaf als te zeggen: we zijn open!”, weet Pauline. “Hoe koud het ook is, het gemeenschapsgevoel bij de ijsvereniging voelt als een warm bad.”
Geluk zit in eenvoudige dingen
Een ijsmeester doet veel meer dan gaatjes boren om te kijken hoe dik het ijs is. IJsmeesters maken de ijsbaan klaar en organiseren toertochten. Ze zorgen, zodra het kan, voor het openen van veilige en fijne ijsbanen. Iedereen vanaf 18 jaar kan zich aanmelden voor een van de cursussen, die in december in heel Nederland georganiseerd worden. “Het kost een avond van je tijd en je bent ijsmeester voor het leven. Je sluit je aan bij een lokale ijsvereniging of zet een eigen ijsclub op. Op www.knsb.nl/ijsmeester vind je alle informatie en kun je je aanmelden”, aldus de KNSB.
“We vinden het fantastisch wat de KNSB doet voor alle schaatsliefhebbers”, zegt Liane Lens. Unox heeft toegezegd voor de eerste 100 ijsmeesters in de dop het cursusgeld te betalen. “Voor ons is het vanzelfsprekend eraan bij te dragen dat er volop geschaatst kan blijven worden. Je wenst toch dat dit nooit verloren gaat. Geluk zit in zulke eenvoudige dingen. Genieten van je eerste moment op het ijs, met z’n allen het ijs op en daarna bijkomen aan de keukentafel. Laten we hopen dat het weer kán deze winter!”