Teleurstellend nieuws voor sportverenigingen die nog gebruik wilden maken van een service via het Sportakkoord: het geld is op. Veel schaats- en skateverenigingen maakten hiervan recent gebruik, met name voor het opleiden van trainer-coaches, juryleden en overige officials. Aanvragen die nog in de pijplijn zaten, worden niet meer gehonoreerd.
“Dat is erg jammer, te meer omdat het nieuws ons overvalt”, zegt Jurre Trouw, manager sportparticipatie van de KNSB. “De behoefte aan opleidingen en andere services blijft echter bestaan. Wij juichen het ook zeer toe als clubs investeren in het versterken van hun kader. Helaas kan dat niet meer worden bekostigd via het Sportakkoord, wat betekent dat de financiering ergens anders vandaan moet komen.”
Het Sportakkoord II, dat in april 2023 van start ging, is bedoeld om sportverenigingen te versterken. Er kwam ook geld beschikbaar, in totaal 5 miljoen euro, om clubs te ondersteunen via diverse services. Dat kon gaan om ondersteuning op het gebied van vrijwiligersbeleid, het scholen van bestuursleden én het opleiden van trainer-coaches en scheidsrechters/officials.
Het Sportakkoord loopt tot en met 2026, maar ruim twee jaar voor de eindstreep is het geld voor de services al op. Sportkoepel NOC*NSF maakte dit gisteren bekend via een bericht op zijn website. Ruim 4500 sportclubs hebben steun gevraagd, waarmee onder andere 60.000 trainers en scheidsrechters een opleiding hebben gevolgd. Via de KNSB zijn het afgelopen jaar zo’n 240 mensen opgeleid, nog 140 zijn met een scholing bezig.
Zo leidde het Sportakkoord ook binnen de schaats- en skatesport tot een impuls voor versterking van vele clubs. Juist omdat de behoefte aan ondersteuning zo groot blijkt, spant NOC*NSF zich nu in om extra gelden beschikbaar te krijgen. Het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport moet daarvoor groen licht geven.
Vooralsnog staat het sein echter op rood. “En dat betekent dat we op zoek moeten naar andere geldbronnen, want het ingezette proces om verenigingen te versterken zien we niet graag stranden”, zegt Trouw. Hij wijst erop dat Rabo Clubsupport, eveneens gericht op het ondersteunen van lokale verenigingen, wel operationeel blijft. “Mogelijk dat clubs ook bij hun eigen gemeente toch nog potjes kunnen aanboren, bijvoorbeeld om hun trainers en kaderleden op te leiden. Daar gaan we samen naar kijken.”