Structurele samenwerking shorttrack-talenten België en Nederland

Woensdag 24 januari 2024

De beste shorttrack-talenten uit België en Nederland gaan vanaf volgend seizoen vaker samen met elkaar trainen. Op seniorenniveau is er tot de Olympische Spelen van 2026 geen structurele samenwerking, al hebben beide landen wel de intentie om indien mogelijk incidenteel gezamenlijk te trainen. Dat is de uitkomst van een overleg tussen de KNSB en de Vlaamse Schaatsunie.

Foto : Shapevisions - Dennis Kruijswijk

De KNSB en Vlaamse Schaatsunie werken al langere tijd met elkaar samen met als doel elkaar op shorttrack-gebied beter te maken. Zo trainden Hanne en Stijn Desmet tot en met vorig seizoen structureel mee met TeamNL Shorttrack in Heerenveen. Ook werden ze bij internationale wedstrijden begeleid door de technische en medische staf van Oranje.

Nadat de KNSB bekend had gemaakt het na het seizoen 2023-2024 aflopende contract met de Vlaamse Schaatsunie/KBSF om verschillende redenen niet te willen verlengen, sloot het Belgisch team zich aan bij Canada.

Hoewel de KNSB en de Vlaamse Schaatsunie enige tijd de optie open hielden terug te keren naar de oude situatie, hebben de bonden nu de knoop doorgehakt dat dit voor de Spelen van 2026 niet meer wenselijk is. “Dit besluit heeft vooral te maken met de verschillende keuzes die er inmiddels zijn gemaakt als het gaat om het programma op weg naar Milaan”, licht Corne Lepoeter namens de Vlaamse Schaatsunie toe.

“We respecteren dat we allebei een andere route naar Milaan kiezen en hebben met elkaar vooral gekeken naar wat er nog wél kan. Dat betekent dat we elkaar in de aanloop naar de Spelen zeker nog enkele keren zullen opzoeken om te sparren”, vult Remy de Wit, technisch directeur van de KNSB, aan.

Lepoeter: “Dat we vanaf komende zomer al intensiever met onze talenten samen gaan trainen, toont aan dat de intenties van beide bonden positief zijn en blijven. Op de korte termijn zetten we de structurele samenwerking bij de senioren even ‘on hold’, sans rancune. We zijn de KNSB dankbaar voor de afgelopen vijf jaar en blijven met elkaar in gesprek om de samenwerking bij de senioren na 2026 mogelijk weer te hervatten danwel anders in te vullen.”