Sectie Natuurijs KNSB mikt via kennisdeling op meer combibanen a la Winterswijk
Hoe kunnen we er samen voor zorgen dat we in Nederland op natuurijs kunnen blijven schaatsen? Met die insteek kwamen vertegenwoordigers van de zeven KNSB-gewesten recent bijeen op het bondsbureau in Utrecht. Het werd een vruchtbare bijeenkomst, die onder meer zou moeten leiden tot de aanleg van meer combibanen in Nederland.
Het was voor het eerst dat natuurijsmannen uit alle zeven gewesten bijeenkwamen, sinds Ger Beernink binnen de KNSB-sectie Natuurijs de voorzittershamer overnam van Rieks Poelman. Onder de titel ‘natuurijs, hoe verder?’ schetste Ger de uitdagingen en kansen die er liggen voor de pakweg 450 natuurijsclubs die bij de KNSB zijn aangesloten.
Iedereen weet dat het klimaat verandert en dat periodes van strenge vorst steeds schaarser worden. Tegelijk heeft de KNSB in zijn meerjarenkoers 2028 als ambitie uitgesproken dat schaatsen op natuurijs mogelijk blijft en dat meer mensen dichter bij huis kunnen schaatsen en/of inlineskaten. De aanleg van meer combibanen, waarop je zomers kunt skeeleren en in de winter al snel natuurijs kunt maken, past helemaal in dat streven.
De Winterswijkse IJsvereniging heeft laten zien dat bij minimale vorst al natuurijs kan worden gerealiseerd. Afgelopen winter, die verre van streng te noemen was, ging de baan in Winterswijk toch weer dertien dagen open. Bart Vreugdenhil schaatste er zelfs een werelduurrecord op natuurijs, dat overigens niet officieel is erkend. De plaatselijke ijsclub kent dankzij de nieuwe baan een flinke heropleving.

De reeds opgedane kennis, zowel in Winterswijk als elders in het land, wil de KNSB graag actief verspreiden onder ijsclubs in heel het land. Een nieuw te vormen commissie Accommodaties gaat daarin een rol spelen. Beernink zoekt als kwartiermaker voor die commissie (die in de plaats komt van de commissie Natuurijsbanen) experts op verschillende gebieden: van bouwkunde en economie tot logistiek en ecologie.
Dat laatste specialisme staat daar niet voor niets, want onder meer vanuit het gewest Zuid-Holland werd gewezen op het natuurbeleid als relatief nieuw obstakel voor natuurijsclubs. Hoe zorg je ervoor dat je je natuurijsbaan kunt blijven exploiteren als in de directe omgeving nieuwe natuur is ontwikkeld? En welk risico lopen toertochtorganisaties in Natura2000-gebied vanwege het stikstofbeleid? Een ecoloog in huis is geen overbodige luxe.
Naast deze bedreigingen ging het op deze bijeenkomst (op 14 oktober) vooral over de kansen die er nog altijd liggen om natuurijsbanen open te houden. De eerste nachtvorst is alweer genoteerd, dus natuurijsclubs zijn zich alweer aan het voorbereiden op de (schaats)winter. Ondertussen kijken ze gezamenlijk naar de verdere toekomst, waarin hoop gloort voor combibanen a la Winterswijk.
Voor de sectie Natuurijs is het duidelijk dat de KNSB hierbij vooral als kenniscentrum kan dienen. Hier wordt alle knowhow over natuurijs gebundeld en gearchiveerd. Die kennis kan weer worden uitgewisseld, niet alleen met andere verenigingen, maar ook met overheden en andere partijen die bij de aanleg van nieuwe banen betrokken kunnen zijn. De sectie heeft tevens als doel om natuurijsclubs, die bij gebrek aan serieuze vorst vaak een slapend bestaan leiden, weer te versterken. Daartoe wordt gewerkt aan een actueel verhaal en meerjarenplan, waarin ook duidelijk wordt wat de KNSB voor de ijsclubs betekent.