‘Als het vanavond gaat vriezen, dan kun je morgen schaatsen’
Het is het klassieke beeld van een natuurijsmeester: met een verweerde kop, in de kou met een muts op en een dikke jas aan geeft hij of zij aanwijzingen wat er op of rond het ijs moet gebeuren. En inderdaad, zodra het gaat vriezen staan ze klaar. Maar dat kan alleen omdat er het nodige voorwerk is gedaan op een manier die je wellicht niet verwacht: van roeiend op een sub tot wekelijks het gras op en rond de baan maaien.
Voor de natuurijsmeester is de zomer net zo belangrijk als de winter, of het nou gaat om de natuurijsbaan in Doorn waar Theo Schippers de scepter zwaait, of de natuurijstocht USA-marathon in Noord Holland waar Jörn Gorter als secretaris verantwoordelijk voor is. Zij vertellen meer over wat er het hele jaar bij komt kijken.
Van maaien tot machines testen
Het is een drukte van belang, elke dinsdagavond bij de Doornsche IJsclub. Met een clubje van tien a twaalf man zijn de vrijwilligers onder leiding van baanbeheerder Theo Schippers wekelijks in de weer op en rond de baan, of het nou voorjaar, zomer, herfst of winter is. “We doen dat al 35 jaar jaar”, vertelt hij. “Om half 7 beginnen we. Grasmaaien doe ik dinsdagmiddag. En dan kantjes maaien. Ja, we doen alles zelf; de elektra, de camera, het grasmaaien, het gras mesten, de kalk erop, het egaliseren. En de toplaag schoonmaken, kleine reparaties van het asfalt”, zo somt hij een heel stel werkzaamheden op die het Doornse ploegje zoal doet. In Doorn wordt de zomer kortom goed gebruikt wordt om bij vorst in de winter snel te kunnen toeslaan, waarbij niets aan het toeval wordt overgelaten. Piept een van de drie fourwheeldrives, dan wordt die gelijk weggebracht. “Een nieuwe snaar erop, een nieuw lager er in. Die moet regelmatig een rondje rijden. Of de hydrauliek van de sneeuwschuif, die wil je even testen. Er is dus elke week wel werk. We zijn nu ook bezig met een sproei-installatie op druk, dat gaan we ook uitproberen. Zo ben je altijd bezig”, vertelt Schippers.
Suppend surveilleren over het parcours van de USA-marathon
De taak van oud-marathonschaatser Jörn Gorter, verantwoordelijk voor het parcours van USA-marathon, is wat simpeler, al betekent dit niet dat hij in de zomer stil kan zitten. Het parcours van de klassieker zelf, een prachtig puur Hollands rondje over ringvaarten en langs molens, houdt hij ‘s zomers in de gaten vanaf het water, vertelt hij. “Wij varen dat rondje geregeld. Ik mag nogal graag op een sup staan en het is een hartstikke leuk rondje om even te suppen. Ik zie het rondje dus wel meer dan dertig keer per jaar.” Daarnaast is zijn schoonvader gebiedsbeheerder bij het hoogheemraadschap. “Dus word ik bijzonder goed op de hoogte gehouden wat er gebeurt.”
Onderhoud hoeft hij dus niet te plegen, maar zo wordt bijvoorbeeld het draaiboek voor de wedstrijd jaarlijks besproken in de vergadering met de stichting Natuurijsklassiekers. “Wat is er veranderd? Wet en regelgeving natuurlijk, of qua EHBO. Dat moeten wij weer aanpassen in het draaiboek. En dan moeten we vergunningen aanvragen.”
Steeds complexere vergunningentrajecten
Dat laatste is een punt wat voor veel natuurijsmeesters gaandeweg steeds ingewikkelder is geworden, daar is de organisatie van de USA-marathon geen uitzondering op. “Voorheen had ik dan met één gemeente te maken, maar nu is Schermerhorn bij de gemeente Alkmaar gekomen. Dat je nu met twee gemeenten te maken hebt, maakt het lastig, want dan moet je twee keer het proces doorlopen. Je kan dan niet een op een hetzelfde draaiboek doorgeven, omdat daar weer andere mensen zitten. Mensen weten ook niet meer wat er staat te gebeuren. In 1997 reden we de laatste editie hier, dat is een hele tijd terug. Dan moet je in de vergunningsaanvraag invullen hoeveel toeschouwers er komen. Dan zeg ik: ‘Dat weet ik niet’. Het kan zijn dat de wedstrijd in het weekend is, het kan zijn dat het op woensdagochtend om 9.00 uur is, dat scheelt nogal. Dat kun je met natuurijs niet plannen.
En je moet een evenementenvergunning aanvragen. Dat is ook lastig. Hoeveel toeschouwers komen er? Hoeveel beveiliging heb je dan nodig? Dat is allemaal een beetje gissen.”
Relaties met de gemeente: van eerste rondjes tot ontheffingen
Dat een goed contact onderhouden met de gemeentelijke politiek een vast onderdeel van het takenpakket is geworden, weet ook Theo Schippers. In Doorn is dat niet anders dan in Koggeland of Alkmaar. “De burgemeester mag altijd de eerste rondjes schaatsen”, zo geeft Schippers een deel van zijn tactiek lachend prijs. “En als er een vrijwilligersborrel is, dan worden de wethouders ook uitgenodigd. Dat is heel belangrijk. Diverse mensen binnen de club hebben goede contacten. De een linksom, de ander rechtsom. We hebben de wethouders en de burgemeester mee.” Gedoe met vergunningen hebben ze dan ook nauwelijks in Doorn, al was het maar omdat ze een doorlopende vergunning voor de ijsbaan hebben.
Toch zijn er altijd momenten dat een goed contact met de politiek van pas komt. “In coronatijd waren we de eersten in Nederland die een ontheffing kregen”, zo illustreert hij het goede contact met de burgemeester, die hierin een doorslaggevende rol speelde. Als er een nieuwe asfalt-toplaag op de ijsbaan moet worden gelegd, dan wordt dat deels door de gemeente betaald. Ook dat vraagt de nodige voorbereiding. “In 2028 komt er een nieuwe laag aan. Dan moet je in 2026 bij de gemeente een begroting of offerte indienen, want die betaalt de helft. De gemeente moet dat budget ook inplannen natuurlijk, dus dan moet je dat twee jaar van tevoren indienen.”
Goede contacten zijn dus onbetaalbaar. Wat dat betreft is Jörn Gorter met z’n neus vol in de boter gevallen. “Mijn schoonvader is hier de gebiedsbeheerder bij het hoogheemraadschap”, vertelt hij. Handig, want dat is toevallig nou net degene die beslist of de gemalen bij vorst kunnen worden stopgezet, waardoor de ijsaangroei wordt bevorderd. “Dat is soms wel lastig, want als het een natte periode is geweest en de vorst duikt er in, dan moeten die boezems wel leeg. Dat kan hij niet zomaar stopzetten. Hij is zeker schaatsliefhebber, maar als we natte voeten krijgen, dan komen ze ook bij hem. Dus ga ik met hem in overleg. We hebben tegenwoordig ook een heel groot gemaal, dat aansluit op de ringvaarten hier in Scharwoude. Als ze die aanzetten, dan zie je wel stroming hier op de ringvaarten. Het is geen polder met rondjes over boerensloten. Het zijn allemaal ringvaarten waar we overheen schaatsen.”
Met stroming door bemaling heeft Theo Schipper met zijn vrijwilligers op de Doornse ijsbaan bepaald niet te maken, waardoor vrijwel alles vooruit gepland kan worden. Dat doen ze vervolgens dan ook minutieus. “Het loopt bij ons steeds iets perfecter”, vervolgt Schippers.
Van kladblok naar digitale draaiboeken
Wat hierbij helpt, is een geleidelijke overgang na jongere vrijwilligers. “Het is bijna minitieus gepland en georganiseerd. dus dat dragen we nu ook over op de jongere generaties. Mensen die 25 jaar geleden zeiden: ‘Als ik met pensioen ga, dan kom ik helpen’. Dat zijn beroepsmilitairen en politiemensen, die zijn wat jonger, al vinden wij 60 al heel jong natuurlijk, lacht hij. “Maar we hebben nog veel meer jongeren. Vroeger deden we alles op een klatje en belden we elkaar. Nu doen we dat allemaal digitaal, zoals nieuwsbrief, de schema’s bijvoorbeeld.
“We hebben een veiligheidsplan en we hebben risico-inventarisaties”, vervolgt hij. “Je moet zorgen dat je alles voor bent natuurlijk. Twee jaar terug hebben we allemaal nieuwe led-verlichting en nieuwe pompen gekregen. Je moet wel elke keer blijven investeren. Alles wat wij hebben is dubbel. Twee pompen, twee bronnen, twee dit, twee dat. Het gaat altijd kapot. En daar ben je dan mee bezig, je moet dat voor zijn. We hebben ook vrijwilligers die alleen maar ‘s winters komen, dan moeten ook abonnementen geregeld worden en de kassa worden bediend. Die mensen hoeven er ‘s zomers niet bij te zijn natuurlijk, als ze maar wel weten wat ze moeten doen. Tegenwoordig betalen we allemaal met pin, dus heb je drie van die betaalautomaten. Dat moet elke keer wel geoefend worden. Maar dat gaat goed hoor. Als het vanavond gaat vriezen, dan kun je morgen schaatsen.”
Een paar dagen open
Wat dat betreft is Theo Schippers met zijn Doornsche IJsclub beter af dan Jörn Gorter, die al 28 jaar op ijs wacht. “De afgelopen 35 jaar zijn we dertig keer open geweest”, zegt Schippers trots. “En dan meestal vier of vijf ochtenden. Als we ‘s morgens open zijn, hebben we toch zes, zevenhonderd kinderen. Vorig jaar waren we twee keer in de avond open, dan komen er vijftienhonderd mensen. Dat kan je je niet voorstellen.”
Theo en de zijnen zijn er dankzij het vele zomerse voorwerk in ieder geval altijd klaar voor om anderen te laten schaatsen. “Soms beslissen we om zes uur ‘s avonds pas of er wel of geen ijs gemaakt moet worden. Dan moeten we vliegen natuurlijk, maar alles staat dan bij ons klaar.” Hoe belangrijk dat is, dat hoef je Jörn Gorter niet te vragen want hij weet waar hij het allemaal voor doet. “Ik mag zelf ook nog heel graag schaatsen, dus rijden we stad en land af. Op het ijs is iedereen vrolijk en aardig en dan kan er op een gegeven moment heel veel.”
Wil jij ook dat we kunnen blijven schaatsen zodra het vriest? Word lid van de Club van Natuurijs. Met jouw steun help je natuurijsverenigingen het hele jaar door. Want écht natuurijs begint niet met vorst, maar met voorbereiding. Sluit je aan en samen behouden we het schaatsen op natuurijs.
Doornsche IJsclub