Ledenraad KNSB bespreekt toekomst Regionale Talentencentra

De Ledenraad van de KNSB heeft donderdag de notitie ‘RTC op weg naar 2022’ besproken. In dit stuk staat beschreven hoe de Regionale Talentencentra zich de komende jaren moeten ontwikkelen om jonge talenten te blijven klaarstomen voor de (wereld)top.

De eerste RTC’s zijn opgericht in 2013. Verspreid over het land telt de schaats- en inlineskatewereld nu meerdere geaccrediteerde Regionale Talentencentra. In dit post-olympische seizoen is het systeem van de RTC’s uitgebreid geëvalueerd. Er is veel bereikt, maar we willen het model samen verder verbeteren.

Het stuk ‘RTC op weg naar 2022’ is opgesteld na raadpleging van alle betrokken partijen. Technisch directeur Remy de Wit gaf in Utrecht, bij de 29^ste vergadering van de Ledenraad,  een toelichting op het beleidsplan voor de RTC’s.

Een van de belangrijkste verbeteringen is dat er één uniform talentvolgsysteem komt voor alle RTC’s. Binnen dat systeem krijgen alle sporters een eigen dossier met data van alle relevante opleidingsfacetten (fysiek, mentaal, onderwijs et cetera). Het doel is om de doorstroming van talenten naar de topteams en/of nationale selecties verder te verbeteren.

Om krachten te bundelen gaat het aantal RTC-gebieden de komende jaren terug naar vijf: Noord, Midden-Oost, Zuid, Zuidwest en Noordwest. Het is wel mogelijk dat binnen één gebied op meerdere banen wordt getraind. De afgelopen maanden heeft de KNSB reeds een landelijk RTC-coördinator en een hoofdcoach talentontwikkeling aangesteld. Dit alles heeft tot doel de samenwerking en de kwaliteit van de RTC’s te verbeteren. In 2022 zal de nieuwe aanpak worden geëvalueerd.

Seksueel misbruik
Als lid van sportkoepel NOC*NSF neemt de KNSB een meldplicht voor seksuele intimidatie en misbruik in zijn tuchtregels op. Een werkgroep moet ervoor zorgen dat de aanpak van SIM ook daadwerkelijk plaatsvindt en binnen de structuur van de KNSB voet aan de grond krijgt. Aan de Ledenraad is nu gevraagd kandidaten voor deze werkgroep aan te dragen.

Foto: Remy de Wit