“Wij willen in deze ingewikkelde tijden optimaal voorbereid zijn om adequaat te kunnen inspelen op eventuele tegenslag binnen de selectie”, zegt technisch directeur Remy de Wit, die daarmee niet alleen doelt op mogelijke blessures maar ook een eventuele coronabesmetting. “Als om wat voor reden ook een van onze achttien schaatsers moet afhaken, moeten we de beste denkbare vervang(st)er klaar hebben staan.”
Binnen de geldende inreisregels voor China én de reglementen van het IOC blijkt het wel een flinke puzzel om reserves aan te wijzen en eventueel in te zetten. Ter illustratie: tot 4 februari kun je bij de vrouwen een geblesseerde/zieke schaatsster vervangen. Maar die invalster moet dan al wel in Beijing zijn, anders komt ze letterlijk te laat. “Zo zijn er nog enklele deadlines die zaken complex maken”, legt De Wit uit. “Als je iemand op de eerste afstand vervangt, geldt die wissel voor het hele toernooi.”
Na de eerste technical meeting (voor de vrouwen is die op 4 februari, bij de mannen op 5 februari) geldt bij deze Spelen in principe het vertrouwde beleid dat per individuele afstand binnen de olympische equipe zelf wordt bekeken wie reserverijder is. Dus de 9 mannen en 9 vrouwen lossen eventuele afmeldingen vanwege blessures of ziekte samen op. Dat leidt tot de volgende lijst met reserves.
Maar omdat je ook voordat de Spelen beginnen reserves achter de hand moet hebben (anders hebben ze geen tijd meer om in Beijing te geraken), zal de KNSB daarvoor eveneens rijders aanwijzen. Als dat voor 21 januari nodig blijkt te zijn, wordt vooral op basis van de OKT-uitslagen gekeken naar de beste vervang(st)er. Tot die tijd is het nog mogelijk alle reisformaliteiten in orde te maken.
Vanaf 21 januari moeten de vervangers echt deelnemen aan het protocol van NOC*NSF, om met TeamNL naar Beijing te kunnen afreizen. Hiervoor zijn dus vier rijders aangewezen: Melissa Wijfje, Merel Conijn, DaiDai N’tab en Beau Snellink. Zij reizen op 26 januari samen met TeamNL mee naar China. Het viertal is hierover gisteravond geïnformeerd tijdens een Teams-meeting met TD De Wit en de operationele staf van de KNSB.
Wijfje, Conijn, N’tab en Snellink kunnen dus als vervanger worden ingezet tot 4 februari (vrouwen) of 5 februari (mannen). Meldt zich na die datum een rijder af, dan moet op die afstand binnen de equipe van 18 een oplossing worden gezocht.
“We hopen natuurlijk dat iedereen die zich voor Beijing gekwalificeerd heeft, gewoon fit, heel en gezond blijft”, zegt De Wit. “Als dat zo is, zullen Melissa, Merel, Dai Dai en Beau straks alleen naar Beijing gaan om daar te trainen. Ze zouden snel na de openingsceremonie terug naar huis kunnen. We hebben echter kunnen regelen dat de vier met TeamNL op het ijs kunnen trainen en dat is voor de hele equipe een grote meerwaarde. We zullen in Beijing samen met hen en hun coaches bepalen hoe lang ze blijven. Dat kan in theorie tot na de laatste wedstrijd zijn. Bij dezen geef ik hen nu al een groot compliment, want dat zij dit doen is grote klasse.”
Tot slot: de ploegenachtervolging. Daarbij bestaat de kans dat je tot 11 februari (vrouwen) of 12 februari (mannen) nog een reserve kunt inschuiven. Dit geldt alleen voor exeptionele gevallen. De Wit: “Denk daarbij aan een coronauitbraak binnen je team, waar je niet op hoopt en waarvoor we alle doen om dat te voorkomen. Maar we willen er wel op voorbereid zijn.”
Om voor de ploegenachtervolging de juiste reserves aan te wijzen, voert bondscoach Jan Coopmans gesprekken met betrokken rijders en coaches.“Bij dat proces ga ik zorgvuldig te werk, dat kost tijd en die hebben we gelukkig nog even”, zeg Coopmans. “Zodra we eruit zijn, maken we ook die namen bekend.”