KNSB in hoger beroep tegen uitspraak Tuchtcommissie
De KNSB is het niet eens met de uitspraak van de Tuchtcommissie van afgelopen vrijdag 21 aprilĀ en gaat hiertegen in hoger beroep. Genoemde commissie liet weten marathonschaatser Van B. op procedurele gronden vrij te spreken van de aanklacht van dopinggebruik.
Op 10 januari 2016 werd marathonschaatser Van B. tijdens de KPN Marathon Cup 14 geselecteerd voor een dopingcontrole. De uitslag van deze controle wees op de aanwezigheid van synthetisch EPO. Daarop werd de schaatser op grond van het KNSB Dopingreglement door de schaatsbond een ordemaatregel opgelegd en bij de Tuchtcommissie een klacht ingediend tegen de schaatser. Een contra-expertise bevestigde de eerder gevonden uitslag. In de verdere procedure heeft de schaatser niet kunnen aantonen dat er sprake was van een onjuist analyseresultaat.
Na zittingen op 28 april en 7 november 2016 besloot de Tuchtcommissie op 20 december bij tussenuitspraak een onafhankelijke deskundige te benoemen. Deze onafhankelijke deskundige moest nader onderzoek gaan doen of de analyse van de urinemonsters was uitgevoerd in overeenstemming met de daarvoor vastgestelde eisen.
De KNSB en de schaatser gehoord hebbende werd op 16 februari jl. een deskundige benoemd. De Dopingautoriteit werd daarbij opgedragen het laboratoriumdossier af te geven aan deze deskundige, zodat deze het onderzoek zou kunnen uitvoeren. De Dopingautoriteit weigerde echter om deze aanvullende stukken over te dragen, aangezien er geen enkele verplichting bestaat om additionele informatie te verstrekken.